recept: konijnen-koek-huisje
Stap 1
Doe alle droge ingrediënten van het beestenbeslag (het maismeel, bloem, zout en de boter) in een kom en voeg daarna ook alle natte ingrediënten hier aan toe (water, honing, pindakaas). Mix en kneed tot een deeg. Als het deeg nog erg nat is, kan je altijd wat bloem toevoegen. Deel het deeg nu in tweeën. Het ene deel van het deeg is bedoeld voor Beest, het andere voor Baas. Pak het ‘beest-deeg’ in met folie en leg dit in de koelkast. Doe het ‘baas-deeg’ in een kom en voeg hier de boter, de poedersuiker, het bloem en de kleurstof aan toe. Meng totdat alles is opgenomen in het deeg, en verpak dit deeg daarna ook in folie. Leg het in de koelkast. Laat de twee deegjes een halfuur rusten in de koelkast.
Stap 2
Bestrooi je werkbank met bloem en rol je deegjes uit totdat ze ongeveer drie millimeter dik zijn. Snij nu mooie huisjes uit het deeg! Leg de huisjes op een ovenplaat en doe ze voor acht minuten in de oven op 175º graden. Je kan natuurlijk eindeloos variëren met de vormpjes die je uit het deeg snijdt. Bijvoorbeeld in de vorm van je konijn, of in de vorm van groentes, zoals een blaadje spinazie of een worteltje.
Stap 3
Nu de huisvormpjes in de oven zijn, heb je mooi tijd om het ‘cement’ te maken waarmee je de koekhuisjes in elkaar zet. Hiervoor gebruik je één eetlepel yoghurt en één eetlepel maïzena. Voeg in kleine beetje de maïzena toe aan de yoghurt en roer het er doorheen. Maak ook alvast versieringen voor op je huisje. Rasp de wortel, snij de appel en knip de spinazie in leuke vormpjes, zoals een dakje of raampjes. De huisjes voor het baasje kun je versieren met de spikkels. Haal de koekjes uit de oven, knutselen maar, je konijnen-koek-huisje is klaar!