Kan iedereen zingen?
Méér Muziek in de Klas
Zingen is ontzettend leuk om te doen. Maar kan iedereen zingen? Iedereen heeft in ieder geval een stem en in theorie kan iedereen dus zingen. Maar zoals je in het filmpje zag, klinkt het niet altijd even mooi. Sommige mensen kunnen van nature makkelijk zingen. Dat noemen we aanleg. Dit betekent dat ze vanaf jonge leeftijd al een bijzondere stem hebben en misschien gemakkelijk hoge of lage noten kunnen raken. Net zoals sommigen van nature goed zijn in tekenen of sporten. Je stem maakt een grote verandering door wanneer je in de puberteit komt. Dat is rond je twaalfde levensjaar. In je puberteit groeit namelijk je strottenhoofd en worden stembanden langer en dikker. Hierdoor wordt de toon van je stem vooral bij jongens lager. Bovenop je luchtpijp zit het strottenhoofd met daarin de stembanden of stemplooien. Als je ademt, staan die wijd open, maar als er geluid gemaakt moet worden, dan knijpen ze samen tot er een klein kiertje overblijft. Er ontstaat een drukverschil en de stemplooien komen in trilling en die brengen weer de lucht aan het trillen. Zo komt je stemgeluid je strot uit en soms komt het ook anderen de strot uit. Ik vergelijk het maar met muziekinstrumenten. Dikkere, langere snaren geven een lager geluid. Dunne korte snaren geven een hoger geluid. Je moet dus nog eventjes wachten op je uiteindelijke zangstem, maar dat betekent niet dat je je stem niet al kunt ontwikkelen. Net zoals het trainen van je spieren tijdens sporten. Door te oefenen en zanglessen te volgen, leer je beter ademen, je stembanden te gebruiken en de juiste houding aan te nemen. Welke stem soorten zijn er eigenlijk? Zangstemmen zijn als verschillende instrumenten in een band. Net zoals je een gitaar, piano, viool en drums hebt, zijn er ook verschillende soorten zangstemmen. De vier meest voorkomende zijn sopraan, alt, tenor en bas. We beginnen bij de bas. Dat is de lage mannenstem. Die hebben ongeveer dit bereik. Luister maar eens naar deze bas. Dan de tenor. Dat is de hoge mannenstem. Tenoren hebben ongeveer dit bereik. Luister maar naar deze tenor. Dan heb je een alt. Dat is een lage vrouwenstem. Alten hebben ongeveer dit bereik. Spits je oren maar eens voor deze alt. En tot slot de sopraan. Dat is de hoge vrouwenstem. Het bereik van een sopraan is meestal dit. En natuurlijk luisteren we ook even naar de sopraan. Op de vraag of iedereen kan zingen is dus niet echt één antwoord. Het belangrijkste is dat je op zoek gaat naar wat je allemaal kan met je eigen stem. Maar doe er wel voorzichtig mee. Je stem moet nog langer mee. Wil je alvast beginnen met leuke oefeningen en opdrachten? Ga dan naar de lesbrief bij deze video. Veel plezier!