180cc: interview met de regisseur!

180cc vertelt het verhaal van de twaalfjarige José. De documentaire werd geregisseerd door de Rotterdamse documentairemaker René van Zundert.

Hoe kwam je bij het idee om deze documentaire te maken?

Ik zag een nieuwsbericht over een grote groep jongeren in Rotterdam die aan ride-outs meededen. Daar wou ik een keer bij zijn, dus toen ben ik naar het Zuiderpark gegaan. Ik ben een dag meegegaan met een ride-out, om foto’s te maken. Dat was eigenlijk een soort research. Die zomer ben ik nog twee keer meegeweest, want het gebeurde bijna wekelijks dat ze gingen rijden. Toen had ik al een heleboel foto’s; en toen ging ik de workshop doen [Kids & Docs documentaire traject, red.]. In eerste instantie met een ander plan maar dat ging wat moeizaam. Ik had toen al zoveel research naar de fietsers gedaan dat ik dacht: laat ik daar verder in duiken. Vervolgens is het zo gelopen. Ik ben teruggegaan naar het Zuiderpark en heb gepraat met de jongens. Ik heb ze gevraagd wat hun plannen waren voor deze zomer en gekeken wie een goede hoofdpersoon zou zijn. Daar kwam José uit.

 

Team Domina rijdt tijdens de ride-out dwars door Rotterdam: hoe hebben jullie deze fietstocht gefilmd, was het niet gevaarlijk?

We hadden een scooter gekocht aan het begin van het draaien. Dat was praktisch omdat ik steeds in Rotterdam-Zuid moest zijn. Maar ook handig met het draaien zelf, want daardoor konden we makkelijk tussen de jongens in rijden.

 

De fietsgroep Team Domina doet eigenlijk iets wat niet echt lijkt te mogen, hebben de ogen van de politie op hen gericht en toch laten ze zich ook nog eens filmen. Wat moest je er voor doen om vertrouwd te raken met de groep?

Het scheelde heel veel dat ik al een paar keer mee was geweest. Toen ik terugkwam, kende al die jongens mij nog, en wisten ze in elk geval zeker dat ik niet van de politie was. Ze wisten dat ik simpelweg heel erg geïnteresseerd was in wat zij deden en dat we dat graag op beeld wilden vastleggen. Daar waren ze helemaal oké mee. Ik heb veel tijd in die vertrouwensband gestoken en dat scheelde in die acceptatie.

 

In 180CC zit ook een scéne waarin José emotioneel wordt tijdens een gesprek met zijn oudere broer, die voor even thuis is. Was je op zoek naar kwetsbaarheid, of gebeurde deze scéne spontaan en onverwachts?

Ik wist dat ik een scène wilde met zijn broer. Ik wilde graag weten welke rol zijn broer speelt in zijn leven en hoe José er mee om gaat dat zijn broer vast zit. Maar dat was al op dag 1 dat we gingen filmen; het ontstond gewoon. Die kwetsbaarheid tonen is iets waar José weinig moeite mee heeft gehad met mij en de cameraman er bij. Dat was best wel bijzonder om te zien, dat dat zo makkelijk en snel loskwam.

 

In de documentaire zien we ook beelden die gefilmd zijn door José’s jongere zusje. Hoe kreeg zij een camera in handen?

In eerste instantie was het het idee om José zelf te laten filmen, thuis, of tijdens momenten dat wij er niet waren. Daar had ik die camera voor gekocht, maar uiteindelijk bleek dat José daar zelf niet zo in geïnteresseerd was en dat zijn zusje dat wel leuk vond. toen ontstond het idee om haar meer te laten filmen, om zo uiteindelijk haar perspectief op haar broertje mee te nemen in de film.

 

Vanwaar de keuze om gebruik te maken van dramatische stijlmiddelen, zoals muziek en slowmotion beelden, in de manier waarop je José’s verhaal vertelt?

Dat is een goede vraag! Beetje kort door de bocht maar bijvoorbeeld de muziek: die is heel groots, episch. Ik heb hiervoor eigenlijk niet echt de ruimte gehad om met dat soort muziek te werken; Ennio Morricone in dit geval. Als je dan toch een keer zo episch mag uitpakken, dan toch gelijk het grootste.

Ik had in mijn hoofd dat de scéne aan het einde echt een ontlading is. Op het moment dat hij zijn droom waarmaakt dan mag dat wel groots gevierd worden en in beeld worden gebracht. Waarom dan niet gelijk op deze manier? Ik vind het ook wel leuk om er mee te spelen, om mezelf af en toe uit te dagen, qua vorm. Ik had het nog nooit gedaan op deze manier en dat vond ik voor deze film wel tof om een keer te doen.

 

Had je al vantevoren in gedachten dat de ride-out de climax van de film zou worden?

De ride-out, of een confrontatie met zijn moeder. Maar de ride-out lag meer voor de hand, want dan bleven we toch bij José, en meedoen was echt wat hij het liefste wilde. Je ziet wel dat zijn moeder daar een beetje mee worstelt, maar er is niet echt een hele confrontatie, en die was er ook niet in het echt.

Er zit natuurlijk ook een eindquote in, wanneer Jose tegen zijn moeder zegt wanneer hij langs zijn moeder rijdt: ‘later wil ik een scooter, net als mijn broer, 180cc’. En die quote kan je op meerdere manieren opvatten. Je kan denken: Oke, die jongen heeft ambitie, wil hierna lekker scooterrijden en door naar de volgende stap. Terwijl anderen het een vrij verontrustende quote vinden: je broer zit wel vast. En zijn broer zegt ook letterlijk in de scene waarin hij met José praat; je begint met fietsen, dan scooters, dan ga je naar motoren en als je die niet kan krijgen dan ga je stelen.

 

Ben je er tijdens het monteren bewust van hoe je mensen eerlijk portretteert, dat je het open laat voor de kijker om zijn eigen oordeel te vellen?

Het is niet dat ik dat bewust doe, maar ik denk dat het eerder onbewust zo gaat.
Maar ik kies wel vaak voor jongeren die normaal gesproken niet getoond worden in jeugddocumentaires, omdat ik ook weet dat die zichzelf terug willen zien. Ik vind het best ingewikkeld dat dat niet vaak gebeurd, ik miste dat een beetje in jeugddocumentaires, al jaren, en dat is de reden dat ik dit soort jongeren ook wil laten zien. Jongens waar vaak met een vingertje naar gewezen wordt, of uit een bepaalde wijk komen, of in een wereld leven waar mensen liever van weg blijven. Deze jongeren willen ook gezien worden en verdienen aandacht. Daarom vind ik het belangrijk om dit soort films te maken over dit soort jongeren. En dan inderdaad: zonder een oordeel te vellen in de film, maar wel te laten zien wat er gaande is.

 

Heb je nog contact met José, en wat vind José zelf van ‘zijn’ documentaire?

Ja, ik heb nog contact. Als we een festival hebben, dan benader ik hem of hij mee wil. Hij zat wel te glunderen toen hij de film voor het eerst zag, dat vond hij wel mooi. In Tuschinski tijdens IDFA zat José diep weggedoken in zijn capuchon, dat was voor hem wel een beetje awkward, omdat er zes, zevenhonderd kinderen bij waren. Hij doet het goed; hij komt het podium op, beantwoordt vragen en is zich ook bewust van wat hij wel en niet kan zeggen. Zo werd er in een volle zaal gevraagd: ‘waarom zit je broer vast?’ Toen gaf ie daar een slim antwoord op en liet zich niet voor het blok zetten. Hij zei gewoon: ‘daar wil ik geen antwoord op geven’. Ik krijg die vraag ook vaak. We hebben vertoningen gehad op het IFFR en toen kwam iedere keer die vraag langs. Dus ik zeg dat nu ook altijd. Ik weet het zelf ook niet zo goed eerlijk gezegd. Ik weet wel hoe lang hij vast moest zitten: dat heb ik wel aan hem gevraagd. Maar dat soort dingen laat ik liever aan Jose over, of hij dat wil delen of niet.

 

180CC is naast een verhaal over de fietsgroep een portret van Rotterdam. Je eerdere films spelen zich ook af in deze havenstad. Hoeveel verhalen heb je nog te vertellen over Rotterdam?

Oneindig. Er gebeurt van alles hier. Er zijn altijd nieuwe verhalen te vertellen, nieuwe subculturen die naar boven drijven. De Rotterdamse jeugd- en straatcultuur hou ik altijd in de gaten.

Ik schuw het ook niet om een onderwerp aan te snijden in een andere stad of niet jeugd-gerelateerd, maar er blijft wel een fascinatie voor waar de jeugd nu mee bezig is. Ik heb bijvoorbeeld ook een film gemaakt over de gabberscene, dat is dan iets uit mijn eigen jeugd.

 

Kun je zelf hoppen (fietsen op alleen je achterwiel) zoals José?

Tijdens het draaien hebben we het wel geprobeerd, de cameraman en ik, maar dat ging niet heel goed... Twee, drie meter, maar lang niet zo goed als José zelf. Hij groeit daar echt mee op, met alles op twee wielen.