Zout, suiker en vet

Waarom hebben we het allemaal nodig?

Om ons lichaam in leven te houden! Dus het is niet erg om zout, suiker en vet te eten. Maar als we er teveel van eten, is het opeens ongezond! Hoe zit dat? We leggen het even kort uit.

Zout: Per dag heeft je lichaam zes gram zout nodig. Dit zout hebben we nodig om water in ons lichaam vast te houden. Ook heeft zout een positief effect op onze zenuwcellen en spieren, waardoor onze hersens goed werken en we ons goed kunnen blijven bewegen. Maar vaak krijgen we op een dag meer zout binnen dan we nodig hebben. Ons lichaam raakt dat zout dan kwijt door het uit te plassen of via ons zweet. Bij het eten van teveel zout kan je een hoge bloeddruk krijgen, en dat verhoogt de kans op hart-en vaatziekten.

Suiker: Suiker is een belangrijke stof voor je lichaam. Onze energie komt namelijk uit suiker. Dat verbrandt je lichaam wanneer je sport of actief bezig bent. Het is dus onze brandstof. Als suiker niet wordt verbrand, wordt het omgezet in vet. Het is dus belangrijk dat je blijft bewegen en actief bezig bent.

Vet: Van vet wordt je dik, dus waarom zouden we het eten? Nou, vet heeft ook een belangrijke rol in je lichaam. Vet geeft je – net als suiker – energie. Verder zorgen de vetzuren in vet ervoor dat de cellen in je lichaam steviger worden. Zo kunnen die zich beschermen tegen indringers en ziekten. Verder zorgt vet ervoor dat je ogen, hersenen en spieren goed werken. In verschillende soorten boter en bak-en braadvet zitten ook belangrijke vitaminen. Deze vitaminen zitten opgelost in vet, en kunnen wij dus ook alleen via vet binnen krijgen. Net als bij suiker geldt voor vet de regel dat als je het niet verbrand, je er dik van kan worden. Zorg dus dat je voldoende beweegt, want dan verbrand je het vet voordat dat gebeurt!