Wanneer gebruik je dan en als?

Clipphanger

Sneller, hoger, sterker: dat zijn allemaal voorbeelden van de vergrotende trap. De vergrotende trap gebruik je om een verschil aan te geven. En als je dat netjes wilt doen, dan doe je dat met het woordje ‘dan’: Hans is langer dan Grietje. Maar gelukkig is Grietje sterker dan Hans. Dan is ‘dan’ dus duidelijk. Maar hoe zit het met ‘als’? ‘Als’ gebruik je in een vergelijking met ‘zo’ of ‘even’: Hans is zo oud als Grietje. En Grietje is even blond als Hans. Hier zijn de vergeleken eigenschappen gelijk. Maar ook bij ongelijkheid kan ‘als’ van pas komen, als er maar ‘zo’ in de zin staat: Grietje is half zo lang als Hans, maar Hans is twee keer zo zwaar als Grietje. Lekker dan.. Deze regels hebben we te alsken, eh… te danken aan Balthasar Huydecoper. Die taalkundige baalt enorm van schrijvers als Vondel en Hooft die ‘dan’ en ‘als’ door elkaar heen gebruiken. In 1730 bepaalt Huydecoper per decreet de nieuwe regels voor ‘dan’ en ‘als’. Daardoor is hij misschien wel minder geliefd dan Vondel, maar heeft hij wel 3,2 x zo veel invloed gehad als Hooft.