Hoe vind je iets nieuws uit?

Oplossingen voor problemen bedenken

Ik maak versterkers. Vroeger heb ik een discobol gemaakt. Ik ben aan het programmeren om ervoor te zorgen dat dit ledje gaat branden. Dit is een draaimechanisme. Wow! Zo! Wat gebeurde er? Nou, hij ging draaien, volgens mij. Werken aan je eigen uitvindingen. Het kan bij de Jonge Onderzoekers-club in Groningen. Je weet nooit wat de uitkomst is. Soms ben je iets kleins vergeten. Maar soms zit ergens ook een hele grote fout. Die kleine foutjes zijn leuk om te zoeken. Ik vind het heel leuk om dingen te maken. En als het dan ook nog echt werkt... Dan ben je helemaal blij? Ja. Deze kinderen zijn al goed bezig in het klein. In het groot gebeurt het ook, zoals op de High Tech Campus in Eindhoven. Allerlei bedrijven werken hier aan de nieuwste ontwikkelingen en uitvindingen. Leonie Waanders bijvoorbeeld, van Philips. Op dit moment werkt ze aan een nieuw horloge. Het heeft een klokje, maar ook een aantal andere modules. Het kan bijvoorbeeld mijn hartslag detecteren. Zo kun je je hartslag over de dag volgen. Dat ziet er gezond uit. Philips werd opgericht in 1891. Ze vonden in 125 jaar veel nieuwe dingen uit. Met als beroemdste product: de gloeilamp. Het enorme bedrijf had daarna nog veel meer uitvindingen, de ene succesvoller dan de andere. Tegenwoordig zijn ze vooral met nieuwe lichttechnologieën bezig...en apparaten voor ziekenhuizen bijvoorbeeld. Er is hier daglicht. Nagebootst. Jaar, zodat patiënten sneller kunnen herstellen. Een van de meest succesvolle uitvinders van Philips, is Martin van der Mark. Hier is het crazy lab, mijn crazy lab. Hij heeft bijna 150 uitvindingen op zijn naam staan. Normaal gesproken begint het met een probleem. Als je een goed probleem hebt, kun je dat proberen op te lossen. Het rare aan die problemen is dat je ze vaak niet eens in de gaten hebt. Dan zijn ze verborgen. Zo kan je de vloer vegen of boenen op je knieën. Dat kost veel tijd en moeite, maar je kan ook stofzuiger uitvinden. Vroeger hadden mensen geen stofzuiger, nu wel. En ze willen nooit meer terug. Je hebt heel veel uitvindingen gedaan... maar is het ook wel eens niet gelukt. Het gaat eigenlijk de hele tijd mis, dat is het bizarre. Je moet gewoon volhouden en je leert van je fouten. Door het te doen maak je fouten, en je moet ook helemaal niet bang zijn om fouten te maken. Goed advies voor iedereen, en vooral voor de jonge uitvinders. Want ook bij hen lukt het weleens niet. Ik had het iets harder verwacht. Hij gaat supersnel boven water, maar onder water niet echt. Hoe komt dat, denk je, wat is het probleem? Weerstand, denk ik. Maar daar heb ik ook al iets aan gedaan. Tja, niet sippen, maar hup, oplossingen bedenken dus. Zo gaat het bij uitvinders. Tenminste, meestal... Toen ik in eerste versterker had gemaakt, toen deed hij het niet. Iets zat niet goed vast. Ik moest een keer een robotplatform laten rijden, maar hij wou maar niet rijden. Hij bleef rondjes draaien, waar je hem ook neerzette. En toen? Toen had ik iets van: Laat maar zitten dan. Tja dat kan ook. Maar hoe dan ook, kinderen zijn goeie uitvinders. Wist je dat het ijsje, de trampoline en de sneeuwscooter allemaal bedacht zijn door kinderen? Terug naar de volwassen uitvinders van nu. Op YouTube zijn er genoeg 'nutty proffesor'-types te vinden. Colin Ferwell is een populaire. Hij vindt de gekste dingen uit. Als je als uitvinder iets briljants hebt bedacht... wil je voorkomen dat anderen er met jouw idee vandoor gaan. Gelukkig is daar ook over nagedacht; dat kun je allemaal regelen. Want een goede uitvinding heeft een hoop geld en moeite gekost. En stel je eens voor dat jouw uitvinding onwijs populair wordt. Zoals al deze voorwerpen die je net zag. Uitvindingen zijn het: ooit bestonden ze niet, tot iemand zo slim was om ze te bedenken. En het succes van zo'n uitvinding geeft een heerlijk gevoel. Je wordt heel blij, en trots ook. Dat is toch wel echt zo. En hoe lang duurt dat? Dat houdt toch wel even aan. Daar kun je echt van genieten, en dat moet je ook doen. Dat hoef je sommige uitvinders niet te vertellen. Die gaan voorlopig nog wel even door. En dat geldt ook voor de jonge uitvinders. Er komt een tijd dat alles al uitgevonden is. Dan hebben we geen uitvinders meer nodig. Er kan altijd nog wel iets zijn dat er nog niet is. Anders komt er geen verbetering. Alles kan altijd beter. Er zullen altijd mensen zijn zoals jij, die dingen blijven uitvinden en onderzoeken. Ja, die zullen er altijd blijven.