Fruit op Tafel
De tafel van vier
Vandaag oefenen we de tafel van 4 met…oh yeah! Peren! Daar gaan we!
Bij de tafel van 4 komt er steeds een groepje van 4 peren bij.
We beginnen met 1 x 4 peren. Dat zijn 4 peren. 1 x 4 = 4.
10 x 4. We verplaatsen de 1 van de 10 even achter de 4: 40 peren! 10 x 4 = 40.
5 x 4. 5 is de helft van 10. Dus doen we die 40 peren ook door de helft: 20 dus. 5 x 4 = 20
4 x 4. Dat is 1 minder dan 5, dus sturen we een groepje van 4 peren weg. Dan houden we er 16 over! 4 x 4 = 16.
6 x 4. Dat is dus 4 meer dan 5 x 4. En 20 + 4 is… 24! 6 x 4 = 24.
7 x 4. Weer 1 groepje van 4 peren erbij… 28 peren! 7 x 4 = 28.
9 x 4. Dat is 1 minder dan 10 x 4. Dus doen we 40 – 4 = 36. 9 x 4 = 36.
8 x 4. Dat is weer een groepje van 4 peren minder. Maar ook het dubbele van 4 x 4. En dat was…16. En 16 x 2 = 32. Dus: 8 x 4 = 32.
2 x 4. Dat is het dubbele van 4 peren. 8 peren dus! 2 x 4 = 8.
3 x 4. We pakken er even 4 peren bij: 12 peren! 3 x 4 = 12.
Dat was de tafel van 4. Hier komt ie nog één keer helemaal. Doe maar mee!
1 x 4 = 4
2 x 4 = 8
3 x 4 = 12
4 x 4 = 16
5 x 4 = 20
6 x 4 = 24
7 x 4 = 28
8 x 4 = 32
9 x 4 = 36
10 x 4 = 40
Lekker bezig, peertjes! Tijd voor de perenpolonaise!