Mist is een wolk die te zwaar is geworden
Is het snugger of kletspraat?
Mist is een wolk die uit de lucht is gezakt. Als je een wolk van dichtbij bekijkt, zie je allemaal kleine waterdruppeltjes. Die druppeltjes zijn heel licht. Daardoor kunnen ze hoog in de lucht blijven zweven. Normaal gesproken heb je een vliegtuig nodig om een wolk van dichtbij te bekijken. Maar soms heb je geluk. Dan worden de druppels in een wolk te zwaar om hoog in de lucht te blijven zweven. De wolk begint dan te dalen. Zo laag tot ze niet meer verder kan. Dan heb je een wolk op de grond! Zo’n wolk noemen we mist. Nu kan je zelfs als je hoogtevrees hebt, een wolk van dichtbij bekijken.
Kletspraat! Maar hoe zit het dan wel?
Mist is geen wolk die te zwaar is geworden en uit de lucht is gezakt. Het lijkt wel heel erg op een wolk. Ze zijn ook bijna hetzelfde. Het verschil is dat mist op de grond hangt en een wolk in de lucht. In lucht zit water. Dat water is gas. Dat betekent dat het zo klein is dat je het bijna niet kan zien. Maar als vochtige lucht afkoelt dan verandert het gas in heel veel druppeltjes. Die druppeltjes zijn wel groot genoeg om ze te kunnen zien. Als dat gebeurd is dan zie je vlak boven de grond een witte waas hangen. Dat noem je mist. Hoe meer waterdruppeltjes hoe dichter de mist is. En hoe dichter de mist is hoe gevaarlijker het is voor het verkeer. Je kan dan namelijk niet zo ver vooruit kijken. Mist ontstaat sneller als de lucht heel vochtig is. Daarom zie je het vaak op plaatsen met water, dus bij een sloot of vijver, omdat daar veel vocht in de lucht zit.