IJsberen eten steeds minder pinguïns

Is het Kletspraat of Snugger? We zullen het zien. De ijsbeer vangt steeds minder pinguïns. Bovenaan het menu van de ijsbeer staat: De pinguïn. Dit is een belangrijk hapje voor hem. Er is namelijk niet veel eten te vinden op de noordpool. Om te overleven moet de ijsbeer dus regelmatig een pinguïn eten. Het is dus een groot probleem dat de ijsbeer steeds minder pinguïns vangt. Onderzoekers op de Noordpool hebben ontdekt hoe dit komt. Pinguïns worden namelijk steeds slimmer. Ze weten daardoor makkelijker te ontkomen aan de klauwen van de ijsbeer. Dit is fijn voor de pinguïn maar een probleem voor de ijsbeer. Hopelijk voor hem worden er de komende jaren veel domme pinguïns geboren. Kletspraat?! Maar hoe zit het dan wel? IJsberen eten geen pinguïns. Dat kan ook helemaal niet want ze komen elkaar nooit tegen. Dat komt omdat pinguïns op de Zuidpool wonen en ijsberen op de Noordpool. Omdat deze koudste plekken ter wereld heel ver van elkaar vandaan liggen, komen er verschillende dieren voor. Zo zie je alleen op de Noordpool ijsberen, poolvossen, sneeuwhazen en walrussen. En alleen op de Zuidpool zie je pinguïns en reuzenalbatrossen. Er komen op de Zuidpool niet eens landzoogdieren voor. Wel veel zeezoogdieren zoals walvissen en zeehonden. Hoewel een pinguïn dus niet bang hoeft te zijn voor een ijsbeer, moet ie toch goed uitkijken. Er is op de Zuidpool een roofdier dat heel graag pinguïns eet: de zeeluipaard. Een gevaarlijk soort zeehond met een hele grote bek vol scherpe tanden. Toch is er één dier dat op beide polen komt. En dat is een vogel: de noordse stern. Deze super trekvogel broedt ’s zomers in het Noordpoolgebied en in de herfst vliegt hij 16.000 kilometer om op de Zuidpool nog een keer van de zomer te genieten. Zo zit dat dus. Tot de volgende keer bij Schooltv.nl