Op vrijdag de dertiende gebeuren meer ongelukken

Is het snugger of is het kletspraat? We zullen het zien. Gebeuren er meer ongelukken op vrijdag de 13e? Ja veel meer. En wie bent u precies dat u dat zo goed weet? Zegt u maar mevrouw Verpoort. Ik ben directeur van een groot bouwbedrijf en ik ben als zodanig verantwoordelijk voor honderden mensen dus dan moet je scherp blijven. Nee dat kan ik mij voorstellen. En op een ochtend was ik dat dus niet. Ik was mijn ochtendritueel vergeten. Ik was nog zo’n naïeve vrouw, ik was vergeten zout te strooien over mijn schouder, en ik zag een zwarte kat. Die dag stortte er een gigantische muur in. Dat is erg. Dat is heel erg, want dat had dus voorkomen kunnen worden. Hoe had dat dan voorkomen kunnen worden? Door wat ik net zeg meneer Snugger. Door het zout strooien, het ochtendritueel, dat soort dingen. Die zijn dus van levensbelang. Maar ik doe dat soort dingen helemaal nooit. Nee, dat dacht ik eerlijk gezegd ook wel want daarom ziet u er ook een beetje, ja, bijzonder uit. Dat heeft u een beetje aan uzelf te danken. Ja wat heb ik aan mijzelf te danken dan. Het ongeluk. U loopt onder een ladder door en wat gebeurt er met u, u krijgt een zak cement over u heen. Maar dat is toch gewoon een ongelukje? Een ongelukje? Een ongelukje? Hebt u deze week een spiegel gebroken? Niet dat ik weet nee. Strooi u bij elke maaltijd zout over uw schouder? Nee. Hebt u vanochtend uw sokken gekust? Gadverdarrie, nee. Nou dat dacht ik wel. Dan heeft u het allemaal aan uzelf te danken. Het gaat helemaal niet goed met u meneer Snugger. U loop groot gevaar en het wordt alleen maar erger. Die zak cement was nog maar het begin. Meent u dat nou? Maar goed het is nog niet te laat. Oh gelukkig! Ik zal jullie helpen. Doen jullie allemaal mee? Ja ik doe ook mee. Doe allemaal je schoenen en je sokken uit. Schoenen en sokken uit. Allemaal je sokken en je schoenen uit, kom op! En netjes neerzetten he, netjes neerzetten. Oh die moeten netjes neergezet worden. Sokken uit! Netjes naast elkaar zo. Sokken ook, ja. Nu pakken jullie de sokken. Pak de sokken. En dan geeft u ze allebei een kus. Kom op jongens niet zo tuttig, nee niet zo tuttig. Binnenkort is het vrijdag de 13e. Willen jullie een ongeluk? Nee. Goedzo. En dan strijken jullie de sokken langs jullie voorhoofd, zo. Ja langs jullie voorhoofd, ja. Nou dan trek je de sokken weer aan. Kletspraat. Kletspraat? Maar hoe zit het dan wel? Op vrijdag de dertiende gebeuren net zoveel ongelukken als op andere dagen. Je kunt ongelukken alleen voorkomen door voorzichtig te zijn. Het bijgeloof om niet onder een trap door te lopen, komt uit de middeleeuwen. Toen werden misdadigers opgehangen aan de galg. De beul gebruikte meestal een ladder om in de galg te klimmen. Dat was dus vroeger niet echt een fijne plek om onderdoor te lopen. Eigenlijk is dat nu nog steeds niet verstandig. Dat heeft niets met bijgeloof te maken, maar meer met de glazenwassers die vaak met een volle emmer water bovenop zo’n trap staan! Vaak gaat bijgeloof juist niet over ongeluk, maar juist om geluk. Zo weet iedereen dat je een wens mag doen als je een vallende ster ziet. Dit komt van de theorie dat vallende sterren ontstaan als goden op de aarde neerkijken. Als je op dat moment je wens doet, kunnen ze dat meteen zien. Ben benieuwd of jouw wens uitkomt!