De das in Nederland

Oh, oppassen! Er zit een gat in de grond. Hier nog eentje. Oh en hier een hele grote. Het kan zijn dat je ook weleens zo'n plek hebt gezien met allemaal gaten in de grond, maar zou wel bijzonder zijn, want er niet heel veel plekken in Nederland waar dit aan de hand is nou iets heeft hier lopen graven. En niet zo'n beetje ook. Maar, wat? Mag ik je voorstellen aan een van de grootste landroofdieren die in Nederland rondloopt de das. Kijk, een spitse snuit van die hele herkenbare zwarte strepen op zijn hoofd. Een harige staart en hele sterke voorpootjes met lange nagels. Ideaal om te graven. Kijk, dit hier is een dassenburcht. Die gaten die je ziet, die zijn ondergronds met elkaar verbonden via een heel gangenstelsel met kamers. En die gangen? Die kunnen wel drie tot vier meter onder de grond zitten en de hele gangenstelsels kunnen tientallen meters groot zijn. Een dassenburcht is een ondergronds bouwwerk. Het huis van een das, familie. Dassen zijn nachtdieren. Ze zijn super schuw, kunnen niet zo goed zien, maar wel heel goed ruiken. Alleen ‘s nachts trekken ze er op uit om eten te zoeken. Fruit, larven, wormen, eikeltjes daar zijn ze echt dol op en ze kunnen in de nacht wel een paar honderd van opeten. Ton is dassenkenner. Hij weet alles van dassen en kent dit gebied en alle dassenburchten die hier in de buurt op zijn duimpje. Ton, er is echt geen das te bekennen. Hoe weet je nou zeker dat ze hier echt wel zitten? Nou, we gaan sporen aantreffen waaruit blijkt dat ze hier wonen. Sterker nog, dat ze op dit moment hier onder de grond zitten. Kijk, hier zie je. Hier zie je heel mooi hoe een das met zand eruit gekomen is en het hiernaartoe gesleept heeft en die heeft het zand daar naartoe gegooid. Dit is ook heel typisch voor een das. Zo'n zo'n slurf van zand. Er zijn nog meer dingen te ontdekken. Oké, laten we die kant op lopen. Dit is. Dit is heel typisch. Een speelboom,- een speelboomen? Een speelboom. Jonge dassen, die vinden het ontzettend leuk om achter elkaar aan te rennen en die klimmen overal op. En dan moet je maar eens zien, want hier is het mos helemaal weg. Oh ja, en je ziet ook her en der zie je krassen. Dus die jonge das die gaan hier overheen. Hierzo klimmen dan hierin, vallen eraf, rennen eromheen. Je ziet ook dat de de basis van zo’n boom dat alle blad weg is. Ja. Ook dit is weer een typisch dassenspoor. Onder die bast. Daar zitten kevertjes, daar zitten larven en daar is een das verzot op. Maar ik kan er niet zo snel bij komen. Dus wat doet een das met zijn grote sterke nagels van zijn voorpoot? Trekt ie gewoon die bast eraf. Kijk, zie je. En hier vindt ie dan die kevers en die larven. Je ziet ze hier al gaan en daar ook. Nou Tom, ik denk dat we wel genoeg bewijs hebben dat ze hier echt rondscharrelen. Dat dacht ik ook. Laten we maar gauw naar het pad gaan. Laten we het beestje met rust laten, Dat is het allerbeste.