Waarom vieren we carnaval?

Carnaval is een van de belangrijkste feesten van ons land. Tegen het einde van de winter is alles hier drie dagen lang dicht. Scholen, winkels, noem maar op. Want ja, er moet feest gevierd worden. Maar waarom vieren we dat eigenlijk? Dat er aan het einde van de winter feest gevierd wordt is niet nieuw. Ook in de middeleeuwen was het afscheid van de winter reden tot een feestje. De winter was de moeilijkste tijd van het jaar. Er groeide niets meer en er was dus bijna niets te eten. De mensen waren ieder voorjaar blij dat de zon langer ging schijnen en dat het warmer werd. Ze bedankten daarvoor de goden. En de boze geesten die voor de kou hadden gezorgd, werden weggejaagd met heel veel herrie en enge maskers. Maskers of geschminkte gezichten en veel geluid kennen we nu nog steeds, maar dan niet om boze geesten weg te jagen. Want volgens de kerk, bestonden er geen boze geesten die voor het weer zorgden, maar alleen God. Dus de Rooms-Katholieke Kerk was niet heel blij met een feest voor geesten en goden. Maar het was wel heel populair en daarom maakten ze er in de middeleeuwen een ander feest van. Een katholiek feest wat niet meer het einde van de winter viert, maar het begin van het vasten. En zo ontstond carnaval zoals we dat nu kennen. De veertig dagen voor Pasen is voor katholieken traditioneel de vastentijd, Dat wil zeggen minder eten, snoepen en drinken. Carnaval wordt dus gevierd aan de vooravond van die vastendagen. En daarom wordt carnaval in Limburg ook wel vastelaovend genoemd. Het woord carnaval zou wel eens afgeleid kunnen zijn van het Latijnse carne vale, dat vaarwel vlees betekent. Want tijdens het carnaval kan er voordat het vasten begint nog een keer uitbundig gegeten en gedronken worden. Carnaval is ook een omkeringsritueel. De rollen worden omgedraaid en gek doen is even het nieuwe normaal. Op dinsdag is om middernacht het feest weer voorbij.