Wat is kou?
Maar eerst doe ik een poging om uit te leggen wat kou nou precies is. Heel kort. Alles om ons heen bestaat uit piepkleine bouwstenen. Moleculen die boom hier bestaat uit moleculen. Mijn jas bestaat uit moleculen. Mijn hand bestaat uit allerlei moleculen en zelfs de lucht die ik inadem die bestaat uit de moleculen. En nou komt het: die moleculen, die bewegen. Soms heel snel, alle kanten op en soms heel langzaam. En die beweging heeft alles te maken met temperatuur. Dat kan ik het beste uitleggen aan de hand van een heel simpel ijsklontje. Water bij kamertemperatuur is gewoon vloeibaar. De moleculen bewegen. Wat gebeurt er als je dat water gaat opwarmen? Dat zie je hier heel goed. Dan gaan die moleculen alle kanten op bewegen. Zelfs zo hard dat ze soms gewoon uit die vloeistof springen. Dan worden ze gas. Dat zie je heel goed aan al dat waterdamp, dat hier zo mooi de lucht in gaat. En wat gebeurt er als je juist het tegenovergestelde doet? Als je het water gaat afkoelen, dan gaan die moleculen juist steeds langzamer bewegen, net zo lang totdat ze bijna helemaal stilstaan. En dan wordt dat water een vaste vorm. En dan krijg je dus ijs. Kou is dus een staat waarin moleculen langzamer bewegen. En hoe kouder je iets maakt, hoe langzamer die beweging gaat. Dat geldt niet alleen voor water, maar dat geldt voor alle stoffen. Dus er zou ergens een punt moeten zijn waarop het zo koud is dat gewoon geen enkele molecuul meer beweegt. Dat alles helemaal stilstaat. Dat noem je het absolute nulpunt. En die ligt bij -273,15 graden. Wetenschappers zijn druk bezig om dat punt te bereiken, maar het is helaas nog nooit gelukt.