Waarom gaat je hartslag omhoog als je je inspant?

Je hart is superbelangrijk. Het is het middelpunt van je bloedsomloop. Ik merkte tijdens het sporten al dat mijn hartslag flink omhoog ging. In het ziekenhuis in Leiden hebben ze een speciaal scanapparaat dat kan laten zien hoe mijn hart functioneert. Madelien. Ja. Ik stel mijn lichaam graag beschikbaar aan de wetenschap. Zullen we een scan maken? Gaan we doen. Oe! Hahahaha. Oe! O wooow! Dit is je hart. Met de vier hartkamers. En die flapperende dingetjes zijn je hartkleppen. Maar Madelien, waarom lig ik nu op deze fiets? Dan kunnen we zien wat er gebeurt als je je gaat inspannen. Want nu heb je een hartslag van 70. Ja. Maar als je straks gaat fietsen, gaat je hartslag flink omhoog. Dan kunnen we zien dat je hart sterker gaat kloppen. Zal ik maar even in de pedalen gaan? Ga maar doen. Ok. Ja! Pfffff. Je hebt nu een hartslag van 127. Ja. Dus je hart begint wel harder te pompen. Ik stop even, want dan kunnen we het beter zien. Dan zie je dat je hart heel snel klopt. Ja! Maar je ziet ook dat hij heel krachtig klopt. Dat hij veel krachtiger knijpt. En dat doet hij om te zorgen dat-ie per slag meer bloed uitpompt. Is het nou ook zo dat als ik meer train, vaker fiets dat mijn hart steeds sneller gaat kloppen, iedere keer weer? Nee, dat is niet zo. Je hartslag wordt sneller als je je gaat inspannen. Maar als je goed getraind bent, is je hartspier ook getraind en wordt sterker. En op die manier kan die per slag meer uitpompen. Die spier is krachtiger. Precies. Dus die hoeft niet sneller te kloppen, maar heeft meer kracht. Ja. Iedere keer dat-ie klopt. Dus als je jouw hart vergelijkt met een topwielrenner zie je dat zijn hartslag niet hoger is maar doordat dat hart veel sterker is, veel harder knijpt het toch beter bloed kan rondpompen en beter kan fietsen. Ok, dat wil ik wel eens zien. Dat gaan we vergelijken. Kom. Hee! Hee, Bas! Daar ben je. Een rondje rijden? Niet zo snel! Jou moet ik hebben. Mooi stukkie, dit. Ja, mooi. Zo. Bas, je bent topsporter geweest en je bent baas van een wielerploeg. Je weet er alles van. Wat gebeurt er met je hart als je aan topsport doet? Met wielrennen ben je sowieso veel aan het trainen. Je traint veel spieren. Daarom hebben wielrenners vaak dikke benen. Kijk naar deze bovenbenen. Maar je traint niet alleen je benen. Bij duursporten train je ook je hart. Ja. Je hart is niet zo zichtbaar als je benen, maar die train je ook. Jouw hart moet dus ook veel groter zijn dan dat van mij. Ja. De enige manier hoe je dat goed kan zien is door middel van je hartslag opnemen. Of te kijken wat je hartslag doet. Dus we kunnen hier wel een stukje sprinten. Haha. En dan kijken we naar het verschil tussen jouw hartslag en die van mij. Leuk! Gaan we sprinten? Tel jij af. Drie, twee, een! Ja! Ah! Ik geef alles! Het gaat hier lekker omhoog. Aaaah! Bas heeft echt een groot hart. Ik heb ook een groot hart, hoor. Maar geen groot sporthart. Nou, die zie ik niet meer terug.