Keti Koti
Keti Koti, ketens verbroken. Een dag om stil te staan bij wat onze voorouders moedig doorstonden. Spreken, zingen, gemberbier drinken. Met weer die koto aan, likken aan rood schaafijs en oude wonden. Of oud. Zo lang geleden is het niet dat ze mensen zoals ik niet als mensen zagen. Zovelen die voor andermans rijkdom moesten werken, zijn geslagen, verkocht als een ding op de markt. Moet ik nu zwaaien en juichen? Mijn hoofd in dankbaarheid buigen? Logisch toch dat dat voorbij is, dat elk mens hier vrij is. Dat vieren doet ook ergens pijn. Waarom zou ik dankbaar zijn dat terug is gegeven wat al van hen was, hun lichaam, hun leven? Keti Koti, ketens verbroken.
Ik wil dat boek dichtslaan, maar zijn we dan echt samen nu meer verbonden en vrij? Is iedereen hier werkelijk vrij?
Zijn gelijke kansen waar en vanzelfsprekend? Of houden oude vooroordelen en verhalen ons geketend en angst verborgen in ons hart. Moet ik nu zwaaien en juichen, mijn hoofd in dankbaarheid buigen? Veel van vroeger klinkt nog door. Hou je maar in, je stelt niets voor. Ik sta stil bij wat ik soms liever niet weet. Want dan schreeuw ik het hard van de daken. Ik heb zelf een belofte en droom waar te maken. En ik wil dat geen kind dit vergeet. De toekomst ben jij. Met je lef en talent. Vergelijk je met niemand. Je bent wie je bent en dat moet je vieren. Dat wil ik vieren als ik ga zwaaien en juichen. Mijn hoofd dankbaar zal buigen. Dank voor mijn voorouders en ouders. Trots sta ik op hun schouders. Doe wat je kan. Ga waar je wil. Vier het gelijke en het verschil. Wie kan goedkeuring geven voor wat al goed is? Jouw stem en jouw leven. Jouw stem en jouw leven.