Oceaan

Diep is de oceaan. Daar komt geen mens, oh nee. Je kan niet tot de bodem gaan van de diepste zee. Daar in het donker leeft misschien het mooiste dier, door niemand ooit gezien. Of een schubbig monster. Geen idee. Zet de Himalaya op z'n kop. En stel je voor: de oceaan is dieper dan de top. Zo diep en dieper. Dieper. Dieper. Een zee zo groots en grandioos, dat past niet in mijn brein. En het heelal is ook al eindeloos. Dan voel ik me zo klein. Maar zweef ik vaag verloren rond, pak jij mijn hand en zet me op de grond. Je zegt: waar je ook bent, ik zal er zijn. Lief, hoe lang kennen wij elkaar? Soms lijkt het pas een week en soms al duizend jaar. Maar het voelt met de dag dieper. Dieper. Ach, hoe goed ken ik eigenlijk mezelf? Weet ik wel wie ik echt ben? Of lijk ik een oceaan waarvan ik maar een stukje ken. En slaapt een monster op de bodem van mijn hart. Maar jij zegt telkens: maak je niet zo druk. Daar, diep verborgen in je, ligt je allersterkste, mooiste stuk. Ga maar op zoek. Dieper. Dieper. Dieper.