Wie was Anton de Kom?

Anton de Kom was een verzetsheld, activist en schrijver. Hij werd in 1898 geboren in Suriname en in zijn belangrijkste boek Wij slaven van Suriname beschreef hij dat land zo: Tussen het blauw van de Atlantische Oceaan en het ontoegankelijke Toemoek-Hoemakgebergte, rijk aan ontzaglijke bossen, waar de groenhart en de kostbare bruinhart groeien. Rijk aan brede rivieren, waar reigers, ibissen en flamingo's hun broedplaatsen vinden, rijk aan natuurlijke schatten, aan goud en bauxiet, aan rubber, suiker, banaan en koffie. Suriname was een kolonie van Nederland. Dat betekent dat Nederland Suriname veroverd had, had ingepikt. Daardoor werd Nederland er de baas. Door deze Nederlandse overheersing kreeg Anton de Kom als Surinaams kind in Suriname les van een witte Nederlandse leraar uit Tilburg. Hij kreeg les uit Nederlandse boekjes en het was verboden om in de klas de Surinaamse taal te spreken. Anton de Kom leerde niet de geschiedenis van zijn eigen land Suriname, maar die van Nederland. Ze noemden dat de vaderlandse geschiedenis. Hij leerde over beroemde Nederlandse zeevaarders die als helden werden neergezet. Maar van zijn tantes hoorde hij hele andere verhalen over Surinaamse helden die in opstand kwamen tegen de slavernij en de onderdrukking door de Nederlanders. Daarover zag hij in die schoolboekjes maar weinig terug. Eeuwenlang verdienden de Nederlanders heel veel geld met het verbouwen van suiker en koffie op Surinaamse plantages. Om het zware werk op deze plantages te doen, werden in Afrika mensen gevangengenomen en meegebracht naar Suriname. De plantage-eigenaren zagen deze mensen als hun eigendom. Ze mochten niet meer zelf over hun leven beslissen. Dat heet slavernij. Anton de Kom werd geboren nadat de slavernij was afgeschaft, maar hij kende verhalen over de slavernij van zijn familie en hij verbaasde zich erover hoe weinig aandacht er daarvoor was in de geschiedenislessen op school. Anton de Kom besloot daarom zelf een boek te schrijven over de geschiedenis van Suriname vanuit een Surinaams perspectief. Het kwam uit in 1934 en heet Wij slaven van Suriname. De slaven, onze vaders, zwoegden op de velden om de rijkdom der blanken te vergroten En op de suikerplantages waar de slaven door de veldarbeid uitgeput en vermoord werden, stonden de Europeanen met de zweep achter hen gereed om bij de minste vertraging hun naakte lichaam te treffen. Vaak kwam het voor dat in de oogsttijd hun hierbij zelfs geen nachtrust gegund werd. Als je de Nederlandse geschiedenisboeken van vroeger leest, zal je bijna denken dat er geen Surinaamse helden waren, maar die waren er zeker wel. Ze werden alleen in die boeken omschreven als schurken of rovers of zelfs een gevaar voor ons vaderland omdat ze in opstand kwamen tegen de slavernij. Maar Anton de Kom schreef in zijn boek wel over Surinaamse helden. Hij schreef bijvoorbeeld over de Marrons. Dat waren mensen die tot slaaf gemaakt waren, maar het gelukt was uit de slavernij te ontsnappen. Ze leefden in vrijheid, diep in het binnenland. Hun kinderen werden daardoor in vrijheid geboren, net als hun kleinkinderen, hun achterkleinkinderen, hun achterachterkleinkinderen, hun achterachterachterkleinkinderen en uiteindelijk net als ik. Want die Marrons, dat zijn ook mijn voorouders. Voor mij zijn de Marrons dus ook helemaal geen rovers, maar helden. Zij behoorden tot het gespuis zoals destijds de blanken de Marrons noemden. Maar voor ons zijn en blijven zij helden. Surinamers die hun waardigheid van aanvoerders door dapperheid en deugd verworven hadden. Vechters voor de rechten en vrijheid der Surinaamse slaven. Op zijn 23e vertrok Anton de Kom vanuit Suriname naar Nederland. Daar ging hij werken, werd hij verliefd en kreeg vier kinderen. En één van onze kinderen leeft nog. Ze heet Judith de Kom, is 91 jaar en woont hier. Ha! Dag mevrouw de Kom. Hallo, wat leuk u te ontmoeten. Wat fijn dat we hier mogen komen. Wat was Anton de Kom voor vader? Hij was een strenge vader maar wel lief en ook heel zorgzaam. Dit bent u met uw broers en zussen? Alleen broertjes. Ik ben dus de jongste, daar in het midden. En dan drie jongens. Ja ja, ja. En dit was nog in Den Haag. Ja, ik ben in Den Haag geboren. En toen ik twee jaar was zijn we naar Suriname gegaan. Anton de Kom vertrekt met zijn dochter Judith en het hele gezin naar Suriname. Daar opent hij een adviesbureau waarmee hij arbeiders helpt om op te komen voor hun rechten. De slavernij was afgeschaft. Maar er moesten werkkrachten komen. En toen hebben ze mensen uit India en Indonesië gehaald. En die moesten hetzelfde doen als de slaven op de plantages. Dus de macht bleef bij de witte mensen, in dit geval dus de Nederlanders. En Anton de Kom bereikte steeds meer Surinamers die voor hun rechten wilden opkomen. Op sommige dagen stonden er wel honderden mensen voor zijn huis. De Nederlandse machthebbers vonden Anton de Kom daarom gevaarlijk en besloten in te grijpen. Hij werd gevolgd. Hij mocht niet meer spreken. Dus hij kreeg een spreekverbod. Hij mocht geen vergaderingen of zo of de mensen toespreken. En toen, na een paar dagen, heeft de politie hem gearresteerd en opgesloten in de gevangenis. En toen op de boot naar Nederland. En nou, hij mocht dus ook niet meer terugkomen in z'n geboorteland Suriname. Terug in Nederland bleef Anton de Kom zich inzetten voor betere omstandigheden voor arbeiders door actie te voeren en door te schrijven. In 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit. Anton de Kom kwam weer in opstand. Hij bleef kritisch schrijven, alleen nu over de Duitse bezetting. Omdat hij ook in Nederland wilde strijden voor vrijheid. Een avond kwam hij niet thuis. Toen om een uur of 10 werd op de deur gebonsd, politie, het hele huis doorzocht. En toen mijn moeder vroeg wat er aan de hand was en toen zeiden ze dat mijn vader was gearresteerd door de Duitse politie. Toen zijn ze weggegaan en vanaf die dag hebben we nooit meer iets gehoord. Pas veel later hoorde Judith dat haar vader naar een concentratiekamp was gebracht en daar was omgekomen. U was best wel jong toen hij omkwam. Wat hebt u nou van hem geleerd? Ik was dertien of veertien en ja, je blijft maar aan die vader denken. En toen herinnerde ik me toen ik dus ouder was, herinnerde ik me ineens dat hij in m'n poesiealbum had geschreven als kind. Suriname, ons vaderland, land van blauwe lucht, eeuwige zonneschijn, watervallen en bronnen die altijd klateren. Vogeltjes gekleed in briljante donzen, prachtige veren. Liefde voor het land, mensen en natuur. Judith, hier wordt je geest zo groot gedurende je hele schone leven. Want liefde is meer soms dan je dagelijks brood. Je vader A. de Kom. Ja. Ja, dat is zo mooi. Ja. Ja. Einde van de kolonie. De mensen in de kolonie hebben er genoeg van. Ze willen niet meer dat Europese landen de baas spelen in hun land. Inmiddels is er in Nederland veel meer aandacht voor de koloniale geschiedenis. En nu is Anton de Kom zelf een belangrijk onderwerp geworden in de geschiedenislessen. En wat hoopt u dat kinderen leren van Anton de Kom? Ik hoop dat ze leren wat ik als kind ook geleerd heb van mijn vader, dat liefde belangrijk is. Omgaan met mensen, ook al zien is er anders uit of hebben ze een andere kleur. En probeer elkaar ook te begrijpen en kom voor elkaar op om voor die vrijheid, voor die vrijheid weer. Ja, ja.