Hoe werkt frituren?

De aardappel is voor mij echt één groot mysterie. Aan de ene kant gekookt, hou ik dit binnen? Ja, dat wel. Vind ik het echt lekker? Nee. Dan zijn andere kant. Knapperig en krokant van buiten, smeuïg van binnen friet. En ja, ik zeg friet en geen patat, want je zegt ook gefrituurd. Maar hoe kan ik dit nou zoveel lekkerder vinden? Frituren is een kooktechniek waarbij je een hapje onderdompelt in gloeiend heet vet of in olie. Bijvoorbeeld zo'n dun strookje aardappel. Maar ja, wat gebeurt er dan eigenlijk precies? Gelukkig heb ik hier een superslomocamera staan om daarachter te komen. Langzaam laat ik hem er in dompelen. Wat? Oh wow. Zo. Kijk dan. Al die belletjes. Magisch. Ze komen van het water, het vocht dat nog in de aardappel zit. Omdat de frituurolie warmer is dan 180 graden verdampt het water in de aardappel en ontstaan er allemaal gasbelletjes met waterdamp. Je kijkt dus naar kokend water dat ontsnapt. Prachtig. Dat het frietje in de olie zo'n goudbruin korstje krijgt, dat komt door een ingewikkelde reactie die we de maillard-reactie noemen, vernoemd naar deze Fransman: Louis Camille Maillard. Het zetmeel in die aardappel wordt door de hitte omgezet in suikers. Die reageren weer met aminozuren en dat zijn de bouwstenen van eiwitten. Nou goed, het is allemaal heel erg ingewikkeld, maar dat zorgt in ieder geval voor de verandering van de smaak en ook voor dat krokante korstje. Weet je wat? Onthoud voor het gemak gewoon maar.: Maillard-reactie. Wil jij nog? Daar zijn we weer. De olie is nog warm, de camera loopt dus geniet van jullie badje jongens! Friet of patat wordt altijd twee keer gefrituurd. De eerste keer om goed te bakken en de tweede keer voor dat lekkere krokante laagje. Na een tijdje komen de frietjes aan de oppervlakte drijven en dan zijn ze ingedroogd, zoals dat heet. Dan mogen ze eruit. Oh, kijk eens aan. Hoppa, beetje zout eroverheen. Mayonaise. En wat zeggen we dan tegen die aardappel? Goed opgedroogd. Zo. Heerlijk genieten.