Hoe werkt diepzeeonderzoek?

Hans, jij doet dus diepzee-onderzoek. Hoe diep ben jij zelf wel eens onder water geweest? Hmm, twee meter. Twee meter? Ja, ongeveer. Ik dacht echt veel dieper. Dan ben ik gewoon dieper dan jij geweest onder water. Ja, dat kan. In deze loods maken we de meetapparatuur klaar. Kijk, dit is een kabel van 300 meter lang en om de twee meter wordt dit metalen buisje geplaatst en in dat buisje zit een apparaatje waarmee Hans onderzoek doet naar golven. En niet zomaar golven, maar onderwatergolven. Die bestaan dus. Onderwatergolven? Die zijn belangrijk voor leven in zee. En het leven heeft zuurstof nodig, voedsel. Om dat voedsel te kunnen verspreiden, heb je waterbeweging nodig. Okee, maar wat is zo'n onderwatergolf dan precies? Dat kan ik je laten zien. Dit is een model van onderwatergolven. Hier heb je het oppervlak met een bootje. Hier zie je waterbeweging onderin, in de diepzee. In het echt kunnen die golven wel honderd meter hoog worden, hoger dan de Domtoren, zelfs hoger dan de Eiffeltoren. Maar dat is gewoon dus meer dan 300 meter. Jazeker. Zo hoog? Zo hoog kunnen ze worden. Maar het zijn wel hele langzame golven, net zo langzaam als deze bewegingen. Maar hoe zit dat dan? Want de golven die hier aan het oppervlak ontstaan, die ontstaan natuurlijk door de wind. Maar onder water is natuurlijk helemaal geen wind. Dat komt door het temperatuurverschil in zee. Bovenin is het water warmer dan onderin. En warmer water is lichter dan koud water. En als ik dat in beweging breng door een storm die voorbij komt, of door eb en vloed, dan krijg ik van die langzame onderwatergolven. En hoe meet je dat dan? Want dat doe je dus met zo'n ding. Ja, dit is een heel gevoelige thermometer. In dit puntje zit een thermometer. Die gaat dus aan de kabel. Die zit op de zeebodem en die laten we dan een langere tijd in zee staan. Hier zie je twee dagen metingen van 120 thermometers die we om de twee meter op een kabel hebben geplakt. Dit is 240 meter hoog. Als je hier begint, zakt dat warme water helemaal naar de bodem toe. Wow! En dan gaat het weer helemaal omhoog tot voorbij onze sensoren. Dus nog hoger dan 240 meter. Vet, dus je ziet echt dat koude en het warme water elkaar afwisselen en dan krijg je dus echt een golfbeweging. Heel vet. Waarom zit dit nou in zo'n buisje? In de diepzee is de druk enorm hoog en er mag absoluut geen druppel water bij die elektronica. Dus dat moet heel goed beschermd zijn. Ja, want onder water is er inderdaad veel druk. Dat kun je misschien wel voelen als je in een diep zwembad een keer naar de bodem bent gedoken. Dan voel je dat aan je oren, hè. Zeker, maar in de diepzee is dat nog niks, want we hebben een keer deze piepschuimen beker in zee gelaten en die kwam zo terug. Wow, zo klein. Toen hebben we op een gegeven moment ook een keer een bal vlak boven de bodem van de Marianentrog gehad en die kwam zo terug. Wow, die is echt helemaal verschrompeld ook. En zo'n buisje, Hans, kan daar dus allemaal tegen. Ja, zo'n buisje kan daar allemaal tegen. En die onderwatergolven, die nemen dus niet alleen de temperatuur hè, dat warme water mee omlaag, maar ook zuurstof. En dat is dus belangrijk voor het leven in de diepzee. Ja. Maar als ze een onderzeese berg tegenkomen, dan wordt het water nog meer gemengd door het breken van die onderwatergolven. Dan gebeurt er dit. Jeetje, dat wordt echt gewoon één grote klotsbak. Dit gaat alle kanten op. Ja, en je ziet dat het vermengd wordt met het water wat daar boven staat. Ja precies. Dit is het onderzoeksschip Pelagia waar Hans en veel collega-wetenschappers oceaanonderzoek doen. Ze is maar een paar dagen per jaar in Nederland, want de rest van het jaar ligt ze op zee voor onderzoek. Vanaf het schip laat je dan die hele lange kabels naar beneden zakken. Maar ik neem aan dat die wel gewoon goed recht en strak gehouden moeten worden toch? Zeker als je zo'n golf van honderd meter hoogte moet meten. Ja klopt, en daarvoor gebruiken we ook een gewicht dat we op de bodem neerzetten. Die kabels worden strak gehouden met zo'n onderwaterboei die soms honderden meters onder het oppervlak hangt. Dat is deze. Ja, dat is die. Dit systeem gaat naar Japan. Even voelen hoor. Ugh! Ik denk, die kan ik wel even optillen... Die is zwaar zeg! Ja, en dat gewicht ook. En die kabels ook. Daarom gebruiken we deze takelarm om 'm in zee te laten. Maanden kan hij onder water blijven. En dan takelen we hem weer op, want we willen niet dat we onze oceanen vervuilen. Want er is best wel wat afval te vinden in de oceanen. Ja zeker als we onderwateropnamen maken, dan zien we het liggen. Zelfs op het diepste punt op aarde, de Marianentrog die Hans heeft gemeten, waar een mens in een duikpak niet kan komen, zelfs daar ligt ons afval. Deze beelden van speciale duikboten laten niet alleen hele bijzondere dieren zien die wonderlijk genoeg tegen de enorme druk kunnen 11 kilometer onder water, maar ze laten ook dit zien. En dit. Ik denk dat het een spons is. Nee, het is afval. Ja, ze lachen er wel om, maar eigenlijk vinden oceaanonderzoekers dat dieptriest. En ze denken zelfs dat in die hele diepe troggen, dat daar heel veel microplastic terechtkomt. Dat zijn van die hele kleine afgebrokkelde stukjes en dat vormt eigenlijk een soort onzichtbare afvalberg. En dat is natuurlijk voor al het leven in zee heel slecht nieuws. We weten nog niet zoveel over de oceanen, maar we weten wel dat we ze niet moeten vervuilen.