Wie was Marga Klompé?

Je kent ze misschien wel van het nieuws: minister Jetten... 'Maar juist ook de lage en middeninkomens.' Minister Harbers, minister Schouten, minister Ollongren, minister De Jonge. 'Het aantal statushouders dat nu nog steeds...' De Nederlandse ministers. Zij besturen het land en elke vrijdag komen ze hier samen om te vergaderen. Dat heet de ministerraad. De groep bestaat uit tien mannen en tien vrouwen. Maar dat is wel eens anders geweest. Tot iets meer dan honderd jaar geleden werd het land bestuurd door mannen. Wij zagen onder andere minister Cats, professor Gerbrandy, de fractievoorzitter van de KVP, professor Romme, het Kamerlid van de Partij van de Arbeid, de heer De Kat. De Eerste Kamer, de Tweede Kamer, het kabinet. Alleen mannen konden daar lid van worden. Vrouwen mochten niet eens stemmen tijdens de verkiezingen. Dat veranderde in 1918. Toen mochten vrouwen stemmen en werd het eerste vrouwelijke lid van de Tweede Kamer gekozen. En het duurde nog eens veertig jaar voordat een vrouw minister werd. Dat was Marga Klompé. 'De vrouw heeft haar eigen plaats in het politieke werk, niet tegenover de man, maar samen met de man bouwt zij mee aan een betere maatschappij.' Marga Klompé wordt in 1912 geboren in Arnhem, in een katholiek gezin dat niet veel geld heeft. Ze is erg slim en mag daarom als enige van de vijf kinderen studeren aan de universiteit, waar ze afstudeert in wiskunde en natuurkunde. Na de Tweede Wereldoorlog gaat ze de politiek in en in 1956 wordt ze dus minister. 'Er waren bloemen van doctor Drees voor onze eerste vrouwelijke minister, dokter Marga Klompé. Als enige vrouw tussen de mannen. Mevrouw Klompé, ik moet het toch even vragen, maar vond u dat niet spannend om de allereerste vrouwelijke minister te zijn? Nou, dat vroeg iedereen. Ze zeiden, vind je het niet doodeng, want ik zat er als enige vrouw bij al die mannen in de ministerraad. Ik vond het niet eng. Maar de mensen zeiden wel, wat zal er nou anders zijn nu er een vrouw minister is? Want ze vonden dat maar gek en ze wisten niet wat dat ging betekenen. Dat weet ik niet. Ik zit niet op mijn stoel de hele dag te zitten 'denk eraan, je bent een vrouw, denk eraan, je bent een vrouw'. Nee, je bent jezelf en daarmee afgelopen. Ja, Marga vond dat het eigenlijk niet moest uitmaken of je nou een man bent of een vrouw. Je bent gewoon een mens en zij wilde gewoon een goede minister zijn. Maar ja, wat doet een minister eigenlijk? Deze plek ken je misschien wel: de Tweede Kamer. Hier aan deze kant staan precies 150 stoelen, oftewel zetels. Die zetels worden verdeeld over alle politieke partijen door verkiezingen en de partij met de meeste stemmen, die krijgt ook de meeste zetels. De 150 Kamerleden die hier zitten, spreken namens de mensen die op hen gestemd hebben. Het zijn volksvertegenwoordigers. Zij controleren het kabinet dat daar zit, in vak K. Het kabinet bestaat nu uit twintig ministers, voor elk belangrijk onderwerp eentje: financiën, onderwijs, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid. Zij regeren het land, ze bedenken plannen en maken nieuwe wetten. Daarbij moeten ze ervoor zorgen dat meer dan de helft van de Tweede Kamerleden, minstens 76 dus, het met ze eens is. Alleen dan kan zo'n wet ook echt ingevoerd worden. U bent minister. Wat doet een minister precies? Een minister maakt elke dag plannen. Plannen om te zorgen dat het goed gaat of misschien zelfs beter gaat met het land. Plannen als er problemen zijn die we moeten gaan oplossen. Dat doen we niet alleen, dat doen we met een hele groep ministers. U bent ook een vrouwelijke minister. Ja. Vroeger was dat heel bijzonder. Ja. Hoe is dat nu? Ja, normaal. Wij hebben nu twintig ministers en daarvan zijn er tien man en tien vrouw, dus dat is heel netjes verdeeld. En waarom is het belangrijk dat vrouwen daar nu ook echt in zitten? Ik vind het belangrijk dat het niet alleen man en vrouw maar bijvoorbeeld jong en oud, of wat je achtergrond is, dat we daar ook een goede mix van hebben. Want niet iedereen heeft hetzelfde idee. Juist als ministers moeten wij overal over nadenken en moeten we dat dus ook echt wel meenemen. En dat kan beter als je dat met een hele diverse groep doet. Marga Klompé werd minister van Maatschappelijk Werk. Het ministerie van Maatschappelijk Werk hield zich bezig met de mensen die het moeilijk hadden in Nederland. Minister Marga Klompé vond het belangrijk dat mensen zich gezien voelen. Of zoals ze zelf zei: 'Contact scheppen tussen mens en samenleving, tussen de mensen onder elkaar is bijzonder belangrijk'. Als één van haar grootste taken zag ze het tegengaan van armoede. Zij werd één van de belangrijkste ministers bij het ontstaan van de Nederlandse verzorgingsstaat. Maar wat is een verzorgingsstaat? Als je in Nederland ernstig ziek wordt, je raakt je baan kwijt of je gaat met pensioen, dan krijg je geld van de overheid, zodat je in ieder geval geen honger hoeft te lijden. Maar dat was honderd jaar geleden wel anders. Als je in Nederland in de problemen kwam, bijvoorbeeld doordat je ziek werd of je had geen geld meer, dan was je vroeger volledig afhankelijk van je familie of bijvoorbeeld van de kerk. En hopelijk wilden zij jou dan helpen door je bijvoorbeeld voedsel te geven of onderdak te bieden als het regent en buiten koud is. Dat is natuurlijk niet helemaal eerlijk, want dan moest je of geluk hebben met je familie of je altijd netjes aan alle regels houden en iedere week naar de kerk. Ja, het idee dat je jezelf moest zien te redden als je in de problemen terecht kwam, dat veranderde in de loop van de 20e eeuw. Monique, jij bent hoogleraar. Jij weet er alles van. Hoe ging dat? De overheid vond het niet goed dat er mensen waren die niet te eten hebben, kinderen die niet naar school gingen. En daarom zijn er allerlei sociale wetten gekomen. Ja, dus eigenlijk ging de overheid meer voor de burger zorgen. Ja, dat is wat we de verzorgingsstaat noemen. De naam zegt het eigenlijk al, verzorgingsstaat. Maar wat is dat precies? Dat betekent dat mensen in Nederland allemaal geld geven. Mensen die werken, geven geld aan de overheid. Belasting. En de overheid betaalt dan aan de mensen waar het niet goed mee gaat, bijvoorbeeld die arm zijn of die geen werk hebben of ziek zijn, die betaalt dan geld aan hen. Ja, en daar speelde Marga Klompé een belangrijke rol bij, toch? Klopt. Zij introduceerde de bijstandswet. Kijk, dan moet je die ook even uitleggen. De bijstandswet. Ja, dat is het allerlaatste vangnet voor mensen. Dus als je ziek bent of je hebt geen werk of er is een scheiding, dan kan je altijd nog aankloppen bij de bijstand. Dus stel, je hebt helemaal niks meer, geen werk, dan heb je in ieder geval nog wel een beetje geld om van te leven. Ja, een vangnet. Is het dan wel eerlijk dat mensen moeten werken voor mensen die niet werken? Ja, dat denk ik wel. Want je moet wel betalen, maar als jou iets overkomt, kan je beroep doen op de bijstand. Toch wel fijn dat het er is. Mevrouw Klompé, waarom heeft u de bijstandswet ingevoerd? 'Als belangrijkste punt van de bijstandswet, die op 1 januari 1965 zoals u weet...' Ja, ze spreekt een beetje ouderwets Nederlands. Maar wat ze eigenlijk zegt is dat met de invoering van de bijstandswet iedere arme Nederlander, dus als je geen geld had of heel weinig geld had, het recht kreeg op een uitkering van de staat. En ja, dan was je dus niet meer afhankelijk van de kerk of andere organisaties. '...wordt ingevoerd omdat men dan immers met opgeheven hoofd kan aanspraak maken op het recht dat deze wet geeft.' Een opgeheven hoofd. Geen schaamte, dat vond Marga Klompé heel belangrijk. Maar ja, veel arme mensen die schaamden zich zo voor hun armoede dat het even duurde voordat ze aan deze nieuwe wet gewend waren. Meneer Rijt bijvoorbeeld. Meneer en mevrouw Rijt, u heeft recht op bijstand, maar daar maakt u geen gebruik van. Hoe zit dat? Wij schamen ons ervoor, meneer. Je hoort het. De Nederlandse overheid moest erg haar best doen om de burgers te laten wennen aan de bijstandswet. 'ABW, de Algemene Bijstandswet is het reddende engeltje in de nood. Vanwaar toch die valse schaamte? Wat zit daarachter? Wist u niet dat u recht hebt op de ABW?' En zo raakte Nederland langzaam gewend aan de bijstandswet. Dat had grote gevolgen voor de samenleving. Niet alleen omdat de wet beschermde tegen armoede, maar ook omdat vrouwen nu konden scheiden. Ze waren niet meer afhankelijk van het inkomen van de man. En het mooie is: de bijstand bestaat nog altijd. 'De bijstand heet nu met een heel deftig woord de Participatiewet. Maar eigenlijk bestaat die nog steeds. En dat houdt in dat de mensen die dus om wat voor reden dan ook zelf niet een inkomen kunnen verdienen, dat die hulp krijgen van de overheid.' Waarom is dat belangrijk? 'Nederland is een rijk land, maar er zijn echt wel arme mensen in dit land en dan willen we niet dat er mensen zijn die dus geen eten meer kunnen kopen of bijvoorbeeld voor kinderen, dat ze niet meer mee kunnen doen om te sporten of om muziek te maken. Maar ook dat ze gewoon 's ochtends een boterham hebben als ze naar school gaan.' Dus eigenlijk worden mensen bijgestaan. 'Ja, het is een beetje een ouderwets woord, maar het is wel een mooi woord, vind ik zelf. Want ja, bijstaan. We gaan eindelijk naast je staan. We gaan je helpen.' U kent Marga Klompé. 'Jazeker. Ja, dat was de eerste vrouwelijke minister in Nederland. En heeft u daar persoonlijk dan ook dat je denkt van, ik wil ook zoiets bijzonders gaan doen. 'Nou, je hoopt altijd dat je gewoon ook goede dingen kunt doen voor het land en dan is het wel heel bijzonder wat zij heeft gedaan en ook dat het eigenlijk nog steeds wel bestaat.' 'Waren er toen al meer vrouwen in de politiek?' 'Ik ben de eerste minister geweest, maar na mij zijn andere vrouwelijke ministers gekomen.' Marga Klompé overleed in 1986, maar ze heeft nog altijd haar eigen plek hier in het gebouw van de Tweede Kamer.