Waarom zijn de molens van Kinderdijk Werelderfgoed?

Okee. Wat hebben de toren van Pisa, de piramides van Cheops, de Chinese Muur, de Galapagoseilanden en Kinderdijk met elkaar gemeen? Nou, ze zijn uniek in de wereld. Werelderfgoed, officieel erkend door UNESCO. Je hoeft geen wereldreis te maken om ze met eigen ogen te zien, want we hebben ze gewoon hier in Nederland. Vandaag zijn we bij de molens van Kinderdijk. Nergens ter wereld staan er zoveel molens zo dicht bij elkaar als op deze plek in deze polder, de Alblasserwaard. Nederland, en hier de provincie Zuid-Holland. Alblasserdam en hier de Alblasserwaard. En hier ligt Kinderdijk. Toeristen vanuit de hele wereld komen al jarenlang hier naar de molens van Kinderdijk. En dat is natuurlijk niet voor niets. Want wie aan Nederland denkt, die denkt aan dijken, die denkt aan fietsen, die denkt aan tulpen, die denkt aan klompen en vooral aan molens. Dus wat is er mooier dan een mooie molen op je vakantiefoto? Maar die molens, die staan hier natuurlijk niet voor de sier. Nee, die hebben een belangrijke functie in het watermanagement. Nederland ligt voor een groot deel onder de zeespiegel. Zonder dijken en zonder gemalen zouden we met z'n allen natte voeten krijgen, want dan ligt Nederland voor meer dan de helft onder water. Nu zorgen dit soort moderne gemalen ervoor dat het water snel en efficiënt wordt afgevoerd. Eén druk op de knop en het water stroomt weg. Maar vroeger was de waterhuishouding heel anders geregeld. Ooit lag dit gebied op de grens van zee en land. Bij hoogwater overstroomde de boel, maar door het aanleggen van een slim systeem van slootjes met een hoge dijk eromheen bleef het gebied droog en werd het droger en droger. Nou, dat noemen we een polder en in dit geval heet die polder de Alblasserwaard. Maar door het water uit deze veengrond te halen ontstaat er weer een nieuw probleem: de bodem zakt. Inklinken noem je dat. Kijk, ik sta nu op veengrond en je ziet, het is een beetje drassig, een beetje natter. Je kunt veen heel goed vergelijken met een spons vol met water. Haal je dat water eruit, dan wordt de grond droog, maar ook veel minder krachtig. Langzaam daalt dan de bodem. De afgelopen 700 jaar is de Alblasserwaard anderhalve meter lager komen te liggen en het gevolg daarvan is weer dat er nog meer regenwater naar dat lager gelegen gebied stroomt. Kinderdijk is het laagste punt van deze polder. Het wordt daarom ook wel het afvoerputje van de Alblasserwaard genoemd, want al het water uit de omgeving stroomt hier naartoe en moet ook weer weg. Al deze molens houden stuk voor stuk het land droog. Samen met de sloten, de dijken, de gemalen, de sluizen en de wateropslagplaatsen, de zogenaamde boezems, staan deze molens model voor de waterhuishouding van Nederland. En daarom is Kinderdijk vanaf 1997 werelderfgoed. Zo'n 600 jaar geleden, vanaf de 15e eeuw, plaatsen ze hier op de dijkjes molens om het water weg te malen. Die molens pompten dan met hun schepraderen het water van laag naar hoger gelegen gebied. Die molens zijn dus een hele slimme uitvinding geweest in de strijd tegen het water. Hier in Kinderdijk vind je 19 van zulk soort prachtige molens. Sommige van steen, andere van hout, sommige ook van riet. Ze zijn hier in hele korte tijd neergezet tussen 1738 en 1740. In de hele Alblasserwaard staan molens, tegenwoordig gemalen die het water oppompen naar wat je noemt de lage boezems. De molens bij Kinderdijk malen het water vanuit de lage boezems op naar de hoge boezems. Dan komt het hiervoor terecht. Via een sluis wordt het water vervolgens gepompt hier in de grote rivier de Lek en dan stroomt het via Rotterdam de zee in. Mag ik je voorstellen aan molen Nederwaard nummer twee, gebouwd in 1738? Ja, dat maakt 'm bijna 300 jaar oud. Maar hij loopt nog als een zonnetje en is bijna in originele staat. Bjorn is de molenaar van deze molen. Hij zorgt ervoor dat 'ie blijft draaien en dat is nog een hele klus, want op topsnelheid moet deze molen per minuut 5000 van zulk soort emmers met tien liter water verwerken. Het wordt dan gepompt van de ene kant van de dijk naar de andere kant van de dijk. Maar hoe doet 'ie dat? Hee Bjorn, wat een fantastische molen heb je. Dank je wel. Maar de vraag is: hoe draait 'ie? Hoe krijg je dat voor elkaar? Nou ja, uiteraard op wind natuurlijk. En je gaat eerst de windrichting bepalen waar de wind deze dag vandaan komt en dan ga je heel de molenkap, inclusief de wieken, ga je naar de windrichting trekken. Ga je de juiste richting in zetten? Juist. Zo, daar gaat 'ie. De ketting ligt vast. Ja. Nou, dan ga je het wiel spaak voor spaak overpakken. En dan ga je die ketting strakrollen en dan ga je heel de boel omtrekken naar die paal toe. Dat valt nog niet mee, Bjorn. Nee, dat is vrij zwaar hoor. Zo. Hij beweegt wel, die kap, maar om nou te zeggen dat het snel gaat... Het kan sneller hoor. Dan moet ik het op mijn eigen manier doen. Wat is die manier dan? Dat zal ik je even laten zien. Wel nieuwsgierig naar. Nu ga je de spaken met je volle gewicht naar beneden trappen, dan gaat het iets sneller. Ik ga nu de zeilen spannen op de wieken om extra wind te vangen. Want zonder zeil? Draait ie niet? Dan doet 'ie bijna niks. Dan moet het zo hard waaien. Hou je goed vast. Ja, dank voor de tip, was het bijna vergeten. Het is hoog genoeg zo, Bart, zo is het prima. Ja, zoiets? Ja hoor. Yes. Onderdoor. Onderdoor. Bovenlangs... Wiek bespannen. Nu is het wachten op de wind, Bjorn. Het is keihard gaan waaien. Er is wind genoeg nu ja. Windkracht? Vijf, zes. En zoals je ziet, zonder zeilen door de molen het ook. En als 'ie nog harder gaat, dan gaan de punten van de wieken 150 kilometer per uur. 150? Ja. Daar moet je geen klap van krijgen. Is niet goed, nee. Wauw, ik ben in de top van de molen en wat je hier ziet zijn twee belangrijke tandwielen. Kijk, dit hier is het centrale tandwiel. Het zit vast aan de wieken en zorgt voor de beweging en de overbrenging op deze koningsspil. Dit is het hart van de molen, de centrale as die draait van boven helemaal tot naar beneden. Deze boomstam is nog in originele staat. Hij is 300 jaar oud, maar draait nog als een jong boomstammetje. Kijk, daar hebben we de koningsspil weer. Die loopt helemaal door tot aan beneden en zet hier dit enorme tandwiel in werking, dat weer verbonden is met het schoepenrad buiten. En dan de plek waar het allemaal om te doen is: het waterrad. Dit rad maalt en verplaatst het water anderhalve meter omhoog en dat gaat heel snel met deze wind. Dus hoe zat het ook alweer? Nou, het water van de hele polder, de hele Alblasserwaard, wordt hier verzameld in Kinderdijk, het laagste punt van de polder. Het komt dan terecht daar in de lage boezems, maar het water moet omhoog. De molens van Kinderdijk zijn daarvoor neergezet. De wieken draaien, zetten het rad in werking en het water wordt omhoog gemalen. Anderhalve meter om precies te zijn. Dat is het verschil tussen de lage boezems aan de ene kant en de hoge boezems hier aan deze kant. Dan zit het werk er nog niet op, want vanuit de hoge boezems wordt het via een sluis naar de Lek gepompt en vanuit de Lek stroomt het dan via Rotterdam in zee. Dat hele systeem noem je getrapte bemaling en is uniek in de wereld. Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw werden de molens nog gewoon gebruikt, maar tegenwoordig is hun werk overgenomen door twee gemalen, een elektrisch gemaal en dit dieselgemaal. Zo zijn ze niet meer afhankelijk van de wind en kunnen ze nog sneller en nog meer water oppompen en afvoeren. Maar de molens van Kinderdijk staan nog steeds symbool voor onze eeuwenoude strijd met en tegen het water. Vergis je niet, zonder molens zou meer dan de helft van Nederland onder water hebben gestaan. Meer dan een half miljoen toeristen vinden ieder jaar de weg hier naar Kinderdijk. En daar komt vandaag weer eentje bij.