Waarom is het Woudagemaal werelderfgoed?

Wat hebben de Forthbrug in Schotland, Rjukan-Notodden in Noorwegen, Fray Bentos in Uruguay en het Woudagemaal in Friesland met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal uniek in de wereld en onderdeel van de werelderfgoederen. Erkend door UNESCO, een onderdeel van de Verenigde Naties. Je hoeft niet op wereldreis om ze te zien, want ons land heeft ook Werelderfgoederen! Waarom zijn dit belangrijke plekken en wat betekenen ze voor ons land? Vandaag zijn we bij het Woudagemaal! Jawel! Draait helemaal op stoom en werkt nog steeds. Stoom. Je komt het de hele dag tegen. Onder de douche, als je eten kookt of een kopje thee zet. Stoom kan heel nuttig gebruikt worden. Elektriciteit uit het stopcontact komt nog heel vaak van door stoom aangedreven elektriciteitscentrales. Door de uitvinding van de stoommachine zijn fabrieken ontstaan. Rond 1800 werd in Engeland de stoommachine uitgevonden. Met dit kleine model kan ik goed uitleggen hoe het werkt. In een afgesloten ketel breng je water aan de kook. Er ontstaat stoom. Heel veel stoom onder hele hoge druk levert zoveel kracht op dat-ie machines kan laten bewegen. De ontdekking van de stoommachine was dan ook het begin van de Industriële Revolutie. Je krijgt stoomlocomotieven en allerlei fabrieken draaien op reusachtige stoommachines. Alles kan nu meer en sneller gemaakt worden. En ook sneller vervoerd, met de stoomtrein. De omstandigheden in die fabrieken waren niet altijd fijn. Maar het is wel het begin geweest van de huidige welvaart. Deze ingenieur, Dirk Frederik Wouda, begon in 1914 met zijn ontwerp. In 1917 werd gestart met de bouw van het gemaal. En in 1920 was het af en werd het geopend door de koningin. Slootjes, grachten, kanalen, meren, zee. Overal in Nederland is water. Maar zonder waterbeheer zou Nederland onder water staan. De dijken beschermen ons voor water van buitenaf. Water komt niet alleen van links of rechts maar ook van boven. De regen. Overal in Nederland waar het land lager ligt dan zeeniveau moeten we pompen om het land droog te houden. Vroeger met molens. Maar doordat we de bodem gingen droogmalen, zakte de bodem in, waardoor die daalde. Toen waren alleen molens niet meer genoeg. Er moesten grotere pompen bij komen. Gemalen moesten land drooghouden. Zoals bijvoorbeeld dit Woudagemaal, hier in Lemmer. Het Woudagemaal is niet zomaar een stoomgemaal. Het is het grootste stoomgemaal ter wereld dat nog werkt. Het is dus met recht Werelderfgoed. Het is bijna 100 jaar oud, 'n unieke herinnering aan het stoomtijdperk. Maar ook een symbool voor onze strijd tegen het water. En het is niet alleen levendige geschiedenis, maar nog belangrijk. Want dit gemaal kan per minuut vier miljoen liter water wegpompen. En is dat nodig? Reken maar. Het Woudagemaal is een boezemgemaal. Het is gebouwd in de dijk. En pompt water uit de Friese boezem het IJsselmeer in. Maar ja, wat is een boezem? De Friese boezem is een web van allerlei slootjes, vaarten, kanalen en meren die met elkaar in verbinding staan. Zij vangen het teveel aan water op en zijn de hoofdafvoerkanalen van Friesland. Het water wordt van laag, hier in de polder omhoog de boezem in gepompt. En vanuit de boezem wordt het weer het IJsselmeer of de Waddenzee in gepompt. Zo wordt hier in Friesland een overstroming voorkomen. Dit gemaal staat er dus niet voor de sier. Het moet nog steeds bijspringen bij te hoog water in de Friese boezem. Dan wordt-ie onder stoom gebracht. En... hello, wat kan dat ding een herrie maken. Een stoomgemaal draait op water en vuur. Door veel water te verhitten krijg je veel stoom. Gebeurt in deze ketels. Het Woudagemaal wordt door stoom in beweging gezet. Maar hoe werkt het nou? Als je water aan de kook brengt, verhit tot 100 graden Celsius, verandert het in stoom. En die stoom wil weg. Bij een fluitketel zet je er een leuk fluitje op. Dan gaat het door die fluit eruit waardoor je het toontje krijgt. Maar bij een stoommachine kan de stoom niet weg. Dus de druk wordt hoger en hoger. Als die druk hoog genoeg is, wordt die stoom afgevoerd via een buis. In deze vier ketels maken ze stoom in het heel groot. In elke ketel pompen ze 25.000 liter water en dat water stroomt door dit soort buizen in de ketel. Vlambuizen. Het vuur onder in de brander verhit het water tot 100 graden en maakt er stoom van. Zoveel dat de druk in deze ketels opbouwt en opbouwt en opbouwt. De stoom kan geen kant op. Hij kan alleen weg via deze rode buizen. En die leiden de stoom naar de stoommachines. Als je duizenden liters water aan de kook wil brengen, ben je even bezig. Daarom duurt het opstarten van de stoommachine zo'n 6-8 uur. De stoom die zich ontwikkelt bij het opwarmen, gebruiken ze nog niet. Gaat nog niet richting machines. Maar het moet ergens naartoe. En daarom moeten ze af en toe even stoom afblazen. Als de druk hoog genoeg is, wordt de stoom via deze rode leidingen naar de stoommachines gepompt. En hier kan de stoom echt zijn werk doen. Dit zijn de motoren. In deze hal staan vier stoommachines. Met deze motoren worden 8 van deze hele grote waterpompen aangedreven. In zo'n stoommachine zit een cilinder. Met daarin een stang en een zuiger. Die zuiger gaat heen en weer. Dat komt doordat om de beurt aan weerszijden stoom wordt binnengelaten. Als de zuiger bijna helemaal hier zit, heeft het ventiel deze ingang vrijgemaakt en wordt hier stoom binnengelaten. Zuiger naar de andere kant. Als hij bijna hier is, is deze kant open. Dan laten ze hier stoom binnen. Zo gaat-ie constant op en neer. Die stang zit weer vast aan een krukas. Die krukas maakt van de heen-en-weer-beweging, een ronddraaiende beweging. Aan de krukas zit een vliegwiel. Dat vliegwiel zorgt dat de hele machine gelijkmatig blijft draaien. Zo'n vliegwiel weegt in het echt 10.000 kilo. Het vliegwiel draait en drijft zelf de waterpomp aan. Dat is waar het om draait, water pompen. Van buiten ziet hij eruit als een slakkenhuis en van binnen zit er zo'n soort schoepenrad. En dat draait heel hard rond. Water wordt hier aangevoerd en door het schoepenrad naar buiten geslingerd tegen de binnenkant en kan zo worden afgevoerd. Zo kan dit gemaal vier miljoen liter water per minuut wegpompen. En al dat water stroomt langs die zwarte deuren het IJsselmeer in. Alle rookgassen moeten ook afgevoerd worden. Dat gaat via deze 60 meter hoge schoorsteen. Is eigenlijk gewoon de uitlaat van het Woudagemaal. Dit gemaal draait niet zo vaak. Alleen als het echt nodig is. Bijvoorbeeld als er heel veel regen is gevallen. Maar het hangt ook af van de windrichting en stand van de Waddenzee. Als de sluizen en elektrische gemalen het niet meer aan kunnen dan wordt het Woudagemaal ingezet. Gemiddeld een keer per jaar. Weet je, die stoomtechniek, het is misschien ouderwets, maar ik vind het vet. En we maken er nog gebruik van. We hebben duizenden gemalen in Nederland. Maar als je 't grootste nog werkende stoomgemaal ter wereld bent mag je je met recht Werelderfgoed noemen.