Wat doet een skeletpreparateur?

Een kangoeroe. Een wolf. Een beer. Een kat. We lijken niet echt op elkaar, toch? Maar onze skeletjes wel. We hebben allemaal hetzelfde bouwplan. Neem nou deze tijger. Die bestaat uit precies dezelfde onderdelen. Kijk maar. Dit is dit. Die is die. Dit is dit. En dit is dit. Een tijger heeft wel van die enorme klauwen. Die heb ik niet. Ik heb nageltjes. Maar de opbouw is hetzelfde. Of neem deze hond. Onze hand is een poot, een vleugel of een vin. Neem bijvoorbeeld deze prachtige giraffe. Die heeft een hele lange nek. Dat is handig, omdat hij blaadjes eet uit de hoge bomen. Maar die lange nek komt niet omdat hij meer botten heeft. Een giraf heeft evenveel nekwervels als mensen. Tel maar even mee: 1,2,3,4,5,6,7. 1,2,3,4,5,6,7. Check. In totaal bestaat het menselijk lichaam uit 206 botjes. Bij de geboorte zijn het er meer. Ongeveer 350. Maar sommige botjes groeien naarmate je groeit aan elkaar. Bijvoorbeeld de schedel. Die bestaat bij de geboorte uit meerdere delen. Die kunnen over elkaar heen schuiven. Handig, want anders past het natuurlijk nooit door dat smalle geboortekanaal. Later groeit alles netjes dicht. Dan is het een geheel. Dat is bij elk zoogdier zo. Dit is bijvoorbeeld een babyaapje. De meeste botjes zitten in je hand. 27 stuks. Het kleinste botje in je hele skelet, die zit achter je oor. De stijgbeugel. Ieniemini. En het grootste bot is je dijbeen. Die verschilt wel iets van het dijbeen van deze olifant. En dat skelet past maar op één manier in elkaar. Echt een puzzel. Jeroen, jij bent gek op die puzzels. Jij bent skeletpreperateur. Dat klopt. Dus jij zet de skeletten van dieren in elkaar? Ja. Dat klopt. Ik hou wel van deze uitdagingen. Puzzeltjes. Vet. Een olifant is een beetje groot voor bij mij thuis. Het lijkt me wel leuk om een keer te doen. Maar thuis liggen ook leuke puzzels. Dit is wat jij doet? Ja, dat klopt. Hoe krijg je zo'n skelet... Want er zit nog huid en haar omheen. Wacht je net zolang tot dat is vergaan? Nee. Ik heb twee methodes. Ik vil eerst een dier. Dan haal je al het haar en huid eraf? Alles eraf. Ja. Voor de grotere dieren gebruik ik een proces dat heet maceratie. Dan stop ik een dier in warm water. Na een aantal weken is alles opgelost. Dan blijven alleen de botten over. Oke. Voor de kleine diertjes heb ik speciale hulptroepen. Dat zijn vleesetende kevertjes. Wil ik dit weten? Ik laat het zien. Doe maar. Nou, hier zijn ze dan. Wow! Dit zijn ook echt karkassen. Ja. Dat klopt inderdaad. Ja. Het is... Het is jammer dat je dit niet kunt ruiken. Want het is echt een vrij onaangename lucht. Het kan aan mij liggen. Heb jij er geen last van? Nee. Echt niet meer. Oh, man. Ik ben erger gewend. Zo werkt het dan. Deze kameleon heb ik gevild en gedroogd. En nu wordt hij opgegeten door de kevers. Voornamelijk door de larfjes van de kevers. Zo blijft het skelet over. Het zijn er veel. Ze krioelen allemaal. Dit was een kameleon? Ja. Dit was een kameleon. Die wordt nu schoongemaakt. Dus als ik mijn vinger hierin doe, eten ze die op? Nee. Dan gebeurt er niks. Ah! Haha. Nee, gebeurt er dan niks? Nee. Ze eten alleen dood vlees. Dus als de kevers hun buik rond hebben gegeten, dan kun jij verder? Ja. Zodra ze uitgegeten zijn, kan ik beginnen met puzzelen. Dus dit is jouw puzzelplaats? Ja, hier ben ik tot in de late uren bezig met botjes plakken. Ik begrijp dat je hier geen olifant in elkaar zet. Dat is lastig. Beetje krap. Hoe maak je hier weer een skelet van? Ik boor er gaatjes in. Ik leg het op volgorde. Met ijzerdraadjes maak ik 't aan elkaar. Tot ik een skelet heb. Ik zie overal botten. Wat zijn dit allemaal? Het lijkt een hagedis. Een schildpad. Een schildpad. Bijna. En deze hele zak. Wat is dit? Dit is wel een hele bijzondere. Dit is één zakje van de rest. Is dit allemaal één dier? Ja, dit is big Berta geweest. Dat was een hele grote slang van ruim zeven meter. Een slang van zeven meter? Ja. Ik zal het laten zien. Zo! Wat een beest! En dit zijn dus de botten van dit dier? Ja. Maar je weet dus precies welk stukje waar moet? Ja. Het past maar op een manier. Elk botje heeft zijn eigen plek. Dus met een beetje puzzelen wordt het straks weer een hele slang. Een geheel. Een puzzel kun je maar op een manier leggen. Dat is het. Mag ik helpen? Ik vind het leuk. Dan beginnen we met deze. Succes ermee. Ja, leef je uit. Oh, wat veel. Nou, wij gaan even lekker verder puzzelen. Oke, wat moet waar?