Wat gebeurde er met de mannen van Putten?

'Vanhier werden zij weggevoerd. 1 en 2 oktober 1944.' Deze plek was het begin van een dramatische gebeurtenis in Putten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, die duurde van 1940 tot 1945, bezette Nazi-Duitsland Nederland. Het was oorlog. Een half jaar voor het einde van de oorlog werden 659 mannen uit het dorpje Putten opgepakt en afgevoerd naar Duitsland. Het waren vaders, broers en zonen die niks hadden misdaan. Toch werden ze zonder proces opgepakt en afgevoerd. Slechts 48 van hen keerden terug. De rest werd vermoord. Maar waarom werden deze onschuldige mannen opgepakt en afgevoerd? Bij deze brug in de buurt van Putten vond in de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 een aanslag een aanslag plaats. Nederlandse mannen en een Engelse piloot beschoten een auto. In die auto zaten Duitse officieren. Het was 'n daad van verzet tegen de Duitse bezetting. Bij die aanslag kwam één Duitse officier om het leven en één Nederlandse verzetsman. Het idee was dat de Duitsers van die kant kwamen aanrijden. En dan zouden zij gaan schieten. En dan konden ze die auto te pakken nemen. De opa en oma van Beatrice de Graaf hebben het met eigen ogen gezien. Beatrice groeide op met de verhalen en ging geschiedenis studeren. Ze werkte 20 jaar geleden mee aan een documentaire over wat er is gebeurd in Putten. We zagen net de plek waar de aanslag is gepleegd. Maar hoe reageerden de Duitse bezitters daarop? Nou, in de ochtend na de aanslag hoorde de generaal van het Duitse leger ervan. En hij werd woest. Hij zei: we pakken alle mannen in Putten tussen 18 en 50 jaar op. Want ik wil weten wie het gedaan heeft. Ze waren verschrikkelijk boos over de aanslag en ze wilden wraak nemen. Het Duitse leger heeft het dorp omsingeld, de invalswegen afgegrendeld. Ze hebben alle mannen gedwongen zich te melden. En toen hebben ze alle mannen uit Putten verzameld onder dwang, of ze hebben zichzelf gemeld omdat dat moest. Ze zijn naar de kerk gegaan. De generaal had ook gezegd: Steek het dorp in brand. En ze hebben allemaal huizen in het centrum, meer dan honderd in brand gestoken. Die zijn ook afgebrand. De generaal zei ook: Schiet de hele bende maar neer. Dat is gelukkig niet gebeurd. Maar ze zijn wel bijna alle 700 naar Duitsland weggevoerd. Maar waarom zijn die mannen dan niet gevlucht? Een aantal heeft geprobeerd te vluchten en die zijn op de vlucht doodgeschoten. Mijn opa, Teunis de Graaf, is er wel in geslaagd te vluchten. Dat kwam omdat hij met een groepje vrienden van de weg af ging en het weiland in rende. Mijn opa Teunis had een zwager, Hendrik. En die ging op de fiets er vandoor, over de weg. En die is recht in de armen van de Duitsers gereden en die is in Duitsland later vermoord. Jeetje. Een heel aantal mannen uit het dorp heeft zich ook gewoon gemeld. Die dachten, dat kan geen kwaad, ik heb niks gedaan. Maar die wisten toch dat het oorlog was en waartoe de Duitsers in staat waren? Ja. Maar zo'n actie van de Duitsers, zo'n vergeldingsactie tegen niet-Joden was op deze manier nog niet eerder gebeurd. Er waren ook Puttense politie- agenten bij die ook tegen mannen zeiden, kom maar, het komt wel goed. Ze hadden gewoon niet verwacht dat je even melden in de kerk, dat dat zo slecht zou aflopen. We weten inmiddels dat het wel slecht afliep. De mannen brachten de nacht door hier in de kerk. Ik heb een brief hier van een vrouw die het gezien heeft. 'Ze waren in de kerk opgesloten. Mijn zuster en ik zijn met grote pannen eten naar de kerk gegaan. We wilden nog even met hen praten. Maar we werden met geweren in de aanslag weggejaagd. Het eten moesten we afgeven.' Je ziet hier de mannen zitten. Dat zijn die bankjes daar. De Duitse soldaten boven op de galerij. De vrouwen en kinderen zijn toen 's avonds naar huis gestuurd. Maar de mannen, die hier zelf waren gekomen om zich te melden of onder dwang werden gebracht, die moesten blijven. Hier stonden dus die Duitse soldaten. Ja. Ze konden zo de hele kerk overzien. Dus ze zagen precies waar al die mannen waren. Dus ze konden echt niet vluchten. Nee, zeker niet. Zo stonden met geweren in de aanslag. Eerder op de dag waren er ook al mensen doodgeschoten op de vlucht. Dat wisten de mannen. Ze waren ook heel angstig. Ze hebben in de kerk de nacht doorgebracht en ook nog psalmen gezongen. Dit standbeeld laat zien wat de vrouwen in Putten hebben doorgemaakt. Als je goed kijkt heeft ze een zakdoek in haar hand. Die is voor alle tranen van verdriet. Wel echt een heel bijzonder beeld hè, dit. Ja, en als je nou goed kijkt wat ze aan heeft, dat is Puttense klederdracht. Dat zijn de kleren van mijn overgrootmoeder, mijn opoe. En die heeft model gestaan voor de kunstenaar. Wat bijzonder, zeg. Ik heb hier een brief van een vrouw die het gezien heeft. Zou jij een stukje willen voorlezen? Ja, natuurlijk. ‘We hebben gezien hoe de mannen werden afgevoerd naar het station. De mannen werden allemaal in beestenwagens geladen. En ik heb mijn man nog even door een kier van zo'n schuifdeur gezien. Hij zei nog: de groeten aan de kinderen. En toen werden we weggestuurd. En dat is het laatste wat ik van mijn man heb gezien en gehoord.’ Jij bent professor geschiedenis, maar ook terrorismedeskundige. Wat is het allerbelangrijkste om te onthouden van deze verschrikkelijke gebeurtenis hier in Putten? Misschien ben ik hierom wel geschiedenis gaan studeren. Dit is terreur, pure terreur tegen de mensen hier in Putten, in Nederland, geweest. En terreur is het tegenovergestelde van een democratie en een rechtsstaat. Want als er terreur is, heb je geen recht. Dan is niks meer voorspelbaar. Dan heb je niks gedaan, en je wordt met zijn allen je dood tegemoet gevoerd. En dat mag nooit meer gebeuren. Daarom hebben we een rechtsstaat.