Wat is jargon?

Huh? Jargon? Wat is dat? Stel, je bent niet zo lekker. De dokter test je op een enge ziekte. De uitslag is negatief! Je schrikt je een hoedje. Maar je hebt het jargon van de dokter verkeerd begrepen. Jargon is de taal die mensen met een bepaald beroep, of mensen die ergens heel veel van weten goed kennen. Voor buitenstaanders is die moeilijk te begrijpen. Met een positieve uitslag bedoelt de dokter dat hij de ziekte wel kon vinden in je bloed en de uitslag is negatief als dat niet zo is. Niet negatief in de betekenis van niet leuk dus. Andere doktoren weten dat, maar patiënten snappen er soms niets van. Elk beroep heeft zijn eigen jargon. Als wiskundigen het over x hebben, dan bedoelen ze geen kusje, maar een getal. En als militairen acht moeten geven, dan bedoelen ze juist geen getal. Als je het jargon van een bepaalde groep spreekt, hoor je erbij. Omdat buitenstaanders vaak niets van al die moeilijke woorden begrijpen, kunnen ze zich ook niet met je groep bemoeien. Voor een melkveehouder is steriliseren iets heel anders dan voor de dierenarts. In jargon laten koks eieren schrikken. En roepen regisseurs heel de dag: 'piep. Cut!'. Er bestaat ook spoorwegjargon, vrachtwagenchauffeurs, bouwvakkersjargon, fabrieksjargon, onderwijsjargon en luchtvaartjargon. Elk beroep of clubje heeft zo zijn eigen taaltje. Hoe onbegrijpelijk dat voor jou ook is. Waarom praten jullie niet gewoon normaal? En dat is natuurlijk ook best een idee.