Clipphanger

Mannen hebben borsten. De een wat meer dan de ander, zoals je kunt zien op het strand, of in de sauna, of in het zwembad, of bij je thuis... Maar ze halen het natuurlijk niet bij de moeder aller borsten: de vrouwenborst. Tot aan de puberteit zijn de borsten van meisjes en jongens hetzelfde: klein. Die majestueuze vrouwenborsten worden gevormd tijdens de puberteit, want dan komen natuurlijk de hormonen in actie. Bij een meisje zorgen de oestrogenen voor de ontwikkeling van de melkgangen, melkklieren, vetweefsel en bindweefsel: et voilá, twee borsten, klaar voor gebruik. Een puberjongen staat tijdens de puberteit - soms letterlijk - bol van de mannelijke hormonen, zoals testosteron. Dat zorgt ervoor dat zijn borsten zich juist niet gaan ontwikkelen. Tenzij die hormoonhuishouding uit balans is, en dan kan een jongen tijdelijk ook borsten krijgen. Nou ja, dan weet-ie ook ‘s hoe dat voelt, en het gaat dus vanzelf weer over. Maar elke volwassen man heeft dus nog een beetje borstweefsel. En waar weefsel is, daar kan kanker komen. In Nederland krijgen ongeveer 100 mannen per jaar borstkanker, voornamelijk in de categorie 60+. De risicofactoren zijn hetzelfde als bij vrouwen: erfelijkheid, ernstig overgewicht, alcoholgebruik en gebrek aan beweging. Wie het risico op het krijgen van borstkanker laag wil houden, kan dus maar beter veel bewegen, weinig drinken, niet te dik worden, onder de 60 blijven, en andere ouders kiezen. Maar ja, mannen kunnen dus borstkanker krijgen.