Is hondentaal universeel?

Als je aan een Nederlander vraagt wat zijn hond blaft, zegt-ie: ‘waf waf’. Maar een Engelsman hoort: ‘bow wow wow’, en een Turks baasje hoort ‘hev hev’. Vreemd, want hun honden klinken natuurlijk allemaal hetzelfde. (geblaf) Je zou dus denken dat een Duitse herder net zo makkelijk kan praten met een Mexicaanse chihuahua, als een Mexicaanse herder met een Duitse chihuahua. Ze spreken immers allemaal hondentaal, maar is dat ook zo? Bij taal denken wij vooral aan woorden met een duidelijke betekenis, zoals ‘aport’, ‘lig!’ of ‘hondenpoep-opruimzakje'. Maar bij dieren is dat anders. Daar zijn niet alleen de ‘woorden’ belangrijk, maar ook de klank van die woorden, eventuele voortgebrachte geurtjes, hun lichaamshouding en gelaatsuitdrukking, en nog wat ander gedrag dat in de aard van het beessie zit. Dus als een hond wil zeggen: ‘dit is mijn territorium’, dan hoeft-ie alleen maar even ergens tegenaan te plassen. En dat is ook nog ‘s een stuk makkelijker dan het woord ‘territorium’ blaffen. Door de subtiele combinatie van geluiden en gedrag is er niet echt sprake van dierentaal, maar van dierencommunicatie. Honden begrijpen elkaar beter naarmate zij elkaar ‘persoonlijk’ kennen. Ze herkennen het geblaf van de buurteef, het kwispelen van haar staartje, en de stand van haar schattige oortjes. En daarom bellen honden elkaar ook zo weinig, want dan missen ze die signalen.