Waarom kietelt kietelen?

In het oude Rome was kietelen een officiële straf. De Romeinen lieten dat klusje opknappen door een geit, die met haar tong de voetzolen van het slachtoffer moest likken. De gekietelde lachte zich gek, en alsof dat nog niet erg genoeg was, likte de geit met haar ruwe tong geleidelijk de huid van zijn voeten open. Gezellig, geit! Tegenwoordig is kietelen alleen een officieuze straf in gezinsverband. Kietelen is met de vingers kriebelen over gevoelige stukken huid, zoals de voetzolen en oksels. Degene die gekieteld wordt maakt dan rare bewegingen en moet hard lachen. Dit is een reflex uit de oertijd: als iemand je onverwacht aanraakt, reageert je lichaam alsof er gevaar dreigt. Je spieren spannen vanzelf samen, je wringt je in allerlei bochten en maakt afwerende gebaren. En je gaat lachen. Dat is niet per se een teken van plezier, maar ook een gevaarreflex. Zoals ook een chimpansee gaat lachen als hij dreiging aanvoelt.(of gewoon een binnenpretje heeft) Ook al zou je het willen, je kan jezelf niet kietelen. De grote hersenen geven de kietelinfo veel te snel door aan de kleine hersenen, waardoor het dus niet kietelt. Als er gekieteld wordt, is er dus altijd een gekietelde en een... eh, kietelende persoon.