Clipphanger

Martinus is soldaat in het leger van de Romeinse keizer. In het Franse Amiens treft hij op een koude winterdag een bedelaar, die wel erg luchtig gekleed gaat. Martinus kan het niet aanzien, grijpt zijn zwaard, snijdt zijn eigen mantel in tweeën en geeft die arme sloeber een fijne snuggie. Die nacht droomt Martinus van Jezus – gekleed in die halve mantel. Dat is voor hem een teken uit de Hemel: Martinus verlaat het leger en wordt monnik. Hij probeert overal goed te doen, maakt carrière in de kerk en wordt bisschop van Tours. Maar hij hoeft niet op tournee, want de mensen komen van heinde en verre om hèm te zien. Hij is een soort religieuze rockster, al wast hij zich wat minder vaak, en geeft hij zijn kleren nog steeds liever aan de armen. (snufsnuf) Martinus legt het loodje op 11 november 397. Daarna wordt hij al snel heilig verklaard: Sint Maarten. Dat vieren we dus op 11 november. Kinderen mogen de deuren langs om bedelliedjes te zingen. En net zoals Sint Maarten dat deed, geven de mensen dan een aalmoes: geen halve mantel, maar een halve mandarijn of een half onsje snoep of een hele halve vrachtwagen vol. En bedankt!