Clipphanger

Als iemand ‘kleurenblind’ is, denk je misschien dat-ie helemaal geen kleuren kent, en alleen zwart-wit ziet. Maar dat komt weinig voor. De meeste kleurenblinden hebben moeite met bepaalde kleuren, zoals rood en groen. Al kan dat nog steeds erg vervelend zijn, als je bijvoorbeeld stoplichtreparateur bent. Alles wat je om je heen ziet komt in je oog terecht op je netvlies. Zo’n 7 miljoen kegeltjes houden zich ieder voor zich bezig met de kleuren rood, groen en blauw. Door deze signalen te combineren, zien de meeste mensen alle kleuren van de regenboog. Maar bij een kleurenblinde ontbreken er bepaalde kegeltjes of werken ze niet goed. Deze aandoening komt vooral voor bij mannen en is trouwens ook erfelijk: dat verklaart meteen dat bizarre behang van je opa. Kleurenblindheid wordt al in de 18de eeuw onderzocht door John Dalton. Niet zo vreemd, want onze John heeft zelf moeite met kleuren zien en hij denkt nog dat het komt door een verkleuring in zijn eigen kijkers. Na zijn dood worden Johnnies ogen dan ook meteen onderzocht en kan zijn theorie de prullenbak in, samen met die ogen.