Clipphanger

Vroeger was de wereld heel simpel: je had mensen, zoals Jan hier, en je had robots, zoals de JJS3000. De mens vertelt de robot wat-ie moet doen, en iedereen is tevreden. Nou ja, behalve de JJS3000. Dit sprookje verandert met de komst van de wetenschapper Manfred Clynes. Hij beschrijft in 1960 een mens met machineonderdelen, die overkomen als natuurlijke delen van het menselijk lichaam. Deze combinatie van cybernetica en organisme noemt hij een cyborg. Bij dit woord denk je misschien aan science-fiction films waarin de mensheid wordt bedreigd door een leger van supersterke robotmensen. En dat zou ook zomaar kunnen gebeuren! Maar cyborgs vind je ook dichter bij huis. Denk maar ‘s aan je oma, die laatst een nieuwe heup heeft gekregen. Volgens de regel is je omaatje dus eigenlijk ook een cyborg, maar dan eentje die draait op aardappelpuree en advocaatjes. Tegenwoordig wordt de definitie van ‘cyborgs’ wel eens opgerekt, tot mensen die versmolten zijn met hun gehoorapparaatjes of contactlenzen. En als je niet zonder je smartphone kunt? Dan ben je ook afhankelijk van techniek. Misschien is de mensheid dus eigenlijk allang overgenomen door de cyborgs… Moehahaa!