Waarom is het niet prettig als mensen te dichtbij komen?

Nog een klein stukje. Je bent bijna door de fontanel heen. Oh, wat naar dit. Oh ja, jeetje. Zo. Gaten maken in schedels, dat is echt iets wat ze duizenden jaren geleden al deden. Alleen al in Frankrijk zijn er veertig skeletten gevonden van minstens 8000 jaar oud, met allemaal van die cirkelvormige gaten in hun schedel. En dat is best bizar. Ja, dat is heel bizar. En vroeger hadden ze natuurlijk nog geen boor, dus dan deden ze dat met dit soort stenen, vuurstenen. En waarschijnlijk deden ze dat om de kwade geesten uit het lichaam te laten ontsnappen. Ja, en we weten dat die mensen dus nog leefden terwijl ze die gaten aan het hakken waren. Want die, die gaten, die waren dus alweer een beetje dichtgegroeid, dus die mensen waren niet eens dood. Dit deden ze trouwens ook om mensen te genezen van hele heftige hoofdpijnen. Ja, weet je waar ik hoofdpijn van krijg, prof? Nee? Van jou hoor, want je staat echt weer veel te dichtbij. Schuif eens op. Dit was even om te testen hoe dicht ik in jouw persoonlijke ruimte kan komen, bij wijze van experiment. Ja, nou, niet zo dichtbij dus, want je stond nu wel echt zo hier in mijn zone. Mensen vinden het heel belangrijk om zelf te bepalen hoe dichtbij een ander mag komen, dat laat je mooi zien. Ja, en als je dus te dichtbij komt dan kan dat superirritant zijn. Bijvoorbeeld op het strand en je gaat een lekker dagje naar het strand en dan zit je lekker op je handdoekje en komt er iemand zo pal naast je zitten terwijl het superrustig is. Dat is toch... Dat kan toch niet?! Of in een bus? Een lege bus? Stel je voor, dat is een bus. Dan zit er iemand hier. Er zit iemand daar. Er zit iemand hier. En dan komt er nog iemand binnen. Een nieuw iemand en die komt dan. Hallo, hallo, wilt u die tas even aan de kant doen en die gaat zo naast je zitten. Dat is toch afschuwelijk? Dan is er toch gewoon iets mis met die persoon? Die heeft dan toch een gaatje in z'n hoofd? Dat vind ik ook wel vrij hard weer. Misschien voelt die persoon gewoon niet aan dat die te dichtbij zit. Nee, prof, er zijn echt wel regels, hier. Wacht, pak jij eens even deze en loop naar het uiteinde van de tafel. Oh wacht, niet te snel. Ja, Oh, kijk, dit is één meter en vijftig centimeter, dus anderhalve meter. Dit is de afstand die je aanhoudt als je met een onbekende praat en ook de afstand die we aanhielden in de coronacrisis. En kom nou eens iets dichterbij. Ja. Ja, stop, ietsjes terug. Zo, dit is een meter. Oh ja, de afstand waarop je met bekenden en met vrienden praat. Ja, precies. En kom nou nog eens iets dichterbij. Ja, stop. Veertig centimeter. Dat is dus de afstand voor hele goede vrienden. En als je nou nog iets dichterbij komt, gewoon puur voor dit experiment. Ja, stop. Vijftien centimeter. Ja. Dat is de afstand van van geliefden en dan nul centimeter is als je als je gaat knuffelen. Nou, dat is allemaal hartstikke helder. Nu mag je weer uit mijn space gaan. Ik word er een beetje ongemakkelijk van dit. Kijk, en dan zijn er mensen die dus helemaal niet aanvoelen hoe dat zit. Waarbij hun brein dus geen signaaltje stuurt van oh, dit is te dichtbij. En op andere plekken in de wereld werkt het weer heel anders. Moet je kijken dit, hier. Oh nee. Ja. Maar daar wil je toch ook niet... Moet je nou kijken, dat water ook. Oh nee dus. Dit is echt niks voor mij hoor. Helemaal ongemakkelijk van. Brrr. Nou kijk, een een harde conclusie kun je misschien niet trekken, maar je zou kunnen zeggen dat hoe dicht je in iemands persoonlijke ruimte mag komen, afhangt van de relatie die je met die persoon hebt. Ja. Een geliefde mag dichterbij komen dan een vriend. Ja, en een vriend mag weer dichterbij komen dan een onbekende. Precies ja. En nou is het wel zo dat als bijvoorbeeld twee mensen ruzie hebben, dan staan ze vaak ook heel dicht bij elkaar. Dus ze zijn wel uitzonderingen. En mijn konijn bijvoorbeeld, die mag ook gewoon heel dichtbij mij komen. Gezellig! Oh ja, dieren, die denken heel anders over persoonlijke ruimte.