Wat bepaalt hoe erg je ergens van schrikt?

Oeh. Dit is leuk! Nou laten we het nog een keer even doornemen. Oke, dus ik ga zo meteen een gesprekje voeren met die tweeling. Ja, precies. Over hoe het is om een eeneiige tweeling te zijn. Iets willekeurigs, maakt ook niet uit. En om te checken of ze vergelijkbare schrikreactie hebben, laat jij op een onverwacht moment midden in de zin een knal afgaan? Oke, en als ze dan geschrokken zijn en niet weten wat er wat ze is overkomen, spring jij te voorschijn, heb je dat masker echt niet voor nodig, en dan schrikken ze nog een keer. Is goed prof. Oke. Hoe is het nou eigenlijk om een eeneiige tweeling te zijn? Ja, leuk, leuk! Nou, het heeft zo z'n nadelen. Reageren jullie ook een beetje hetzelfde op verschillende situaties? Ja, op zich ja. We zijn echt wel met heel veel situaties ja, wel hetzelfde. Waarnemen van een bepaalde prikkel bijvoorbeeld. Heel goed. Jullie hebben allebei een smartwatch om, die wil ik graag nu even zien. Ja, dank je wel. Dan kan ik namelijk even jullie hartslag bekijken. Ja, zie je allebei geschrokken. Ja. Maar wel heel vergelijkbaar. Hartslag is ongeveer hetzelfde, stressreactie heel erg vergelijkbaar. Ze schrikken echt wel hetzelfde. Ja, en dat is mooi, want dan kunnen we nu namelijk gaan testen hoe het jullie beïnvloedt als we jullie allebei in een andere gemoedstoestand gaan brengen. Spannend. Spannend. Het idee is simpel. We proberen Daan heel vrolijk te maken. Hij gaat kijken naar komische filmpjes. Broer Job laten we een VR horrorgame spelen. Kan hij vast een beetje wennen aan angst en de schrikreacties. Wie zal er harder schrikken? De lachebek? Of zijn bange broer? Goed prof. De jongens die weten dus nu dat het een test is die gaat over schrikreacties. Dus we moeten wel echt effe met wat goeds komen. Ja. Maar heb ik natuurlijk al iets op bedacht. Tuurlijk. Kijk, we gaan die boys opsluiten in een kist. Oké. We boeien ze aan hun polsen vast met een ketting. Dan maken we er een touw aan vast. Kist dicht en dat touw dat rollen we dan uit. Dan doen we net of ze een hele moeilijke puzzel moeten oplossen om te ontsnappen. Oke. Wat ze niet weten is dat jij daar in de bosjes zit met zo'n detonator. Ah ja. Als ze dan halverwege zijn, dan bom laten we een bom ontploffen en dan gaan we kijken of hun schrikreacties anders zijn omdat ze in een andere gemoedstoestand verkeren. Goed, oké, dus ik ga de bosjes in? Dan ga ik die boys halen. Oke. Zo Daan en Job. Ja ja. Jullie zien in deze kist en de bedoeling is dat jullie hier samen in gaan liggen. Euh ja hoor, daar gaan we. Zijn jullie klaar om de puzzel op te lossen? Go! Oke, en jullie je horloges weer? Kom eens even. Gaat het? Even kijken. Kom even rustig bij! Is niet normaal! Deze was heftig. We hebben gekeken naar jullie hartslag en jullie stressreactie. Ja. En? Nou ja, volgens mij als we dit zo analyseren en naast elkaar houden dan is het vrij duidelijk. Als je vrolijk bent schrik je minder hard dan wanneer je op voorhand al bang bent. Ja, maar die uitslag had ik niet helemaal verwacht prof, want ik dacht eigenlijk Daan die heeft die horrorgame gespeeld, dus die is al een beetje voorbereid op angst. En ik dacht als je brein is voorbereid op die schrikreactie, dan schrik je ook veel minder hard. Maar dat is dus niet zo. Zou je zeggen. Is ook wel verrassend eigenlijk he. Er is een hele hoop onderzoek gedaan naar het effect van je gemoedstoestand op jouw schrikreacties. Jaja. En wat blijkt nou, als je al angstig bent, dan is je brein al helemaal klaar om te vechten of te vluchten. En die springt dus meteen in actie als er iets heel onverwachts gebeurt. De adrenaline giert door je lijf en je hartslag slaat op hol. Ja, dat heb je dus niet als je in een kalme, rustige, vrolijke mood bent. Dus ja, lang verhaal kort: je schrikreactie is afhankelijk van hoe je je op dat moment voelt.