Waarom ziet je brein bewegend beeld?

Bioscopen, tv of smartphone. Je kan films op allerlei manieren bekijken. Maar waarom ziet ons brein eigenlijk film als bewegend beeld? Films worden altijd ontwikkeld in vloeistof, waardoor alles vloeibaar wordt en je dus vloeiend beeld krijgt. Zelfs in je smartphonecamera zit een beetje vloeistof. Schud er maar eens mee. Bewegend beeld is een trucje waarbij je ogen worden gefopt. Er worden namelijk heel snel fotootjes gemaakt die achter elkaar worden gezet. Hierdoor lijkt het net alsof het beeld beweegt. Doordat je met twee ogen kijkt, kan je films zien als bewegend beeld. Het dubbele netvlies zorgt voor het vloeiende plaatje. Als je vijf minuten één oog afdekt, zie je alles heel schokkerig. Het juiste antwoord is dat onze ogen worden gefopt. Er worden door een camera namelijk heel snel fotootjes gemaakt die achter elkaar worden gezet. Onze ogen zijn niet snel genoeg om de losse beeldjes van elkaar te kunnen onderscheiden. Dit is gebaseerd op het feit dat een beeld nog een tijdje in onze ogen blijft hangen. Het nagloei-effect heet dat. Om een film vloeiend te laten lijken moet je tegenwoordig 24 of 25 beeldjes per seconde hebben. Vroeger hadden ze veel minder beeldjes per seconde en zag het er nogal schokkerig uit, maar wel heel grappig.