Kun je iemands aanwezigheid voelen?
We gaan dus onderzoeken of je iemands aanwezigheid kunt voelen. Ik denk dat iedereen dat kan. Ik voel het zelf namelijk wel altijd heel erg als iemand zo in je space komt staan weet je wel. Naar. Heel ongemakkelijk is dat. He we gaan er zelf even een experimentje op zetten. Om te voorkomen dat onze testteamleden straks iemand gaan horen, worden ze getrakteerd op een stevig stukje muziek. Met een nachtcamera kunnen we ze goed in de gaten houden, want de kamer maken we pikkedonker. Zo hallo jongens. Hoe zit het met jullie gevoel? Kunnen jullie een beetje voelen of er iemand wel of niet bij je in de buurt staat denk je? Ik denk het wel. Ja, jullie denken alledrie van wel? Da's mooi want dat gaan we precies onderzoeken vandaag: kun je voelen of er iemand bij je in de buurt staat? We gaan een heel simpel testje doen. Jullie gaan dadelijk in een stoel zitten. Ik heb hier een koptelefoon voor je, mag je opzetten. Jullie krijgen een knop in jullie handen. Dit is de knop. En iedere keer als je denkt te voelen dat er iemand bij je in de buurt staat, dan druk je op die knop. Wat denk je? Ga jij iets voelen? Ik...Nou, ik weet niet echt ik. Euh ja, ik denk het wel. Ga ik het licht uitdoen, ja, zet hem op. Ik ben benieuwd hoe hij het er vanaf brengt. Hij is helemaal ontspannen, helemaal onderuitgezakt, een beetje lachen... Sam is onze sluiper op sokken. Zij gaat proberen onopgemerkt in de personal space van het testteam te gaan staan. Komt Sam binnen, ik ben benieuwd. Sam is echt de beste sluiper. Moet je kijken, ze staat er gewoon naast en hij voelt niks. Ze staat er echt gewoon naast. Hij heeft niks gevoeld, nou, die stond er echt gewoon. Oh en nu voelt ie iets. Prachtig. Oh heel goed. Kijk ze sluipen... Je ziet Rens kijken. Oh ja, heel goed, hij voelde iemand. Opperste concentratie in die ogen. Je ziet haar echt rondkijken. Zo van, voel ik iets? Schaduw, beweging. O kijk, ja hoor. Oh. Oke, dan ga ik Sam naar binnen sturen. Sam ga maar naar binnen, doe je ding. En zachtjes he. Ze gaat met de vingers naar die knop maar toch niet. Ze twijfelt. Ze heeft niet gedrukt. Mag ik ook een keer? Ja joh, ga jij ook een keer. Wat denk je? Oh hij drukte. En er was niemand. Hij zag je. Ja. Succes. Oh ik zie niks. Als die nou niet drukt...En? Nou hij drukte een paar keer toen je echt vlak achter hem stond, maar ja, je ziet het nu ook. Hij drukt ook als je helemaal niet in die ruimte zit. He prof. Ik ga nog een keer. Ja, wacht even. Ik heb wat gebrouwen hier, eigengemaakte strontspray. Gadverdamme. Nu gaan Janouk. Dan komt ze aan met de strontspray. Dat moet ie gewoon ruiken. Ik ben heel benieuwd of die meteen drukt. Hij heeft nog niks door...Dat spul stinkt verschrikkelijk, dat moet ie zo gaan ruiken. Ja hoor. Nou, we weten inmiddels wel hoe jullie je gevoeld hebben, maar ik kan nu al gaan verklappen dat jullie ook echt allemaal op die knop hebben gedrukt terwijl er niemand in de ruimte was. Ja. Echt? Ja. Oh. oh. Ja hoor. Oe! He. Hij drukte. Echt we hebben van alles uit de kast getrokken, er hebben mensen achter jullie staan dansen dat jullie het niet door hadden, Janouk heeft zich verkleed, dat hadden jullie niet in de gaten. Dus da's interessant, we hebben al één dingetje geprobeerd. Er is één moment geweest dat we iemand van jullie een beetje hebben geholpen en dat was bij jouw Tijn. Janouk is bij jou binnengelopen met strontspray op een stokje. Dat stonk echt verschrikkelijk. En meteen toen ze achter jou stond rdrukte jij op die knop. En op zich is dat ook niet gek he, want dan neem je zintuigen toch wat... waarschijnlijk heb je toch iets geroken of iets gemerkt en dan druk je dus op die knop. Ja, heb je iets geroken? Nee, ja, een klein beetje. Een klein beetje, want dat is vaak al genoeg. Je bent zo geconcentreerd aan het opletten of je iets waarneemt van een ander persoon dat een klein beetje geur misschien al genoeg is voor je brein om te denken; oh er is iemand, ik druk even op die knop. Dus van tevoren zeiden jullie alle drie volmondig in koor ja hoor, wij gaan echt wel voelen als er iemand achter ons staat. Nou, dat is wel gebleken, da's dus niet waar.